Sinds 1 januari van dit jaar moet kantoorruimte ten minste aan energielabel C voldoen. Is dat niet het geval dan mag die ruimte niet meer voor de functie ‘kantoor’ worden gebruikt. Kantooreigenaren moeten dus duurzaamheidsmaatregelen nemen. Een mooie kans om vrijgekomen materialen te oogsten en om circulaire producten toe te passen.
Label C-verplichting voor kantoren
De label C-verplichting vloeit voort uit artikel 5.11 van het Bouwbesluit, waarin staat:
Het is vanaf 1 januari 2023 verboden om een kantoorgebouw in gebruik te nemen of te gebruiken zonder een geldig energielabel als bedoeld in het Besluit energieprestatie gebouwen met een maximumwaarde voor primair fossiel energiegebruik van 225 kWh/m² jr, bepaald volgens NTA 8800.
Op deze verplichting bestaat een aantal uitzonderingen, waaronder:
het kantoor is een nevenfunctie van een andere gebruiksfunctie (art. 5.11 lid 2 Bouwbesluit);
het oppervlak aan kantoorfuncties is kleiner dan 100 m2 (art. 5.11 lid 2 Bouwbesluit);
de benodigde maatregelen kennen een terugverdientijd van meer dan 10 jaar (art. 6.11 lid 5 van het Bouwbesluit);
er is sprake van één van de uitzonderingen van art. 2.2 van het Besluit energieprestatie gebouwen. Het gaat onder meer om monumenten, gebouwen die worden onteigend of gebouwen die in het kader van een sloop of renovatie maximaal twee jaar worden gebruikt.
Volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) beschikt 35% van de kantoren in Nederland niet over een energielabel en heeft 10% van de kantoren een energielabel D of slechter. Eigenaren van deze kantoren zullen op korte termijn actie moeten ondernemen om handhaving te voorkomen.
RVO heeft GIS-viewer ontwikkeld waarmee een indicatie in kaart is gebracht van welke kantoren naar beste inschatting moeten voldoen aan de label C-verplichting. Ook is in kaart gebracht welke kantoren al beschikken over een energielabel C of beter. De GIS-viewer wordt door gemeenten gebruikt als hulpmiddel bij de handhaving.
Gemeenten zijn gestart met het handhaven van de label C-verplichting. In de Handreiking energielabel C kantoren van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) is de regelgeving nader uitgelegd. Naast deze handreiking is ook een Informatieblad toezicht label c bij kantoren opgesteld. Doel van deze documenten is een uniform toezicht op de handhaving. Uitgangspunt van de handreiking is dat alle kantoren uiterlijk in maart zijn aangeschreven met het verzoek binnen 12 weken ofwel (i) een geldig energielabel C te overleggen, ofwel (ii) een energie- of maatwerkadvies over het vermoedelijk energielabel van het kantoorgebouw met bijbehorende maatregelen die nodig zijn om energielabel C te verkrijgen. Daarbij moet de eigenaar ook een planning overleggen voor de uitvoering van de maatregelen. Als sprake is van een planning die meer dan 6 maanden duurt, dan gaat de gemeente tussentijds controleren of voldoende voortgang wordt geboekt met de maatregelen.
Reageert een eigenaar niet, is bij de tussentijdse controle sprake van onvoldoende voortgang of blijkt na afloop van de planning niet dat het gebouw nog steeds geen energie label C heeft, dan gaat de gemeente over op handhaving. In eerste instantie zal een last onder dwangsom worden opgelegd. Indien een eigenaar nog geen planning heeft ingediend, krijgt hij een begunstigingstermijn van 12 weken om dat alsnog te doen. Bij overschrijding van die termijn, raakt de dwangsom verbeurd. Dient de eigenaar tijdig of alsnog een planning in, dan wordt een last onder dwangsom opgelegd met de planningstermijn als begunstigingstermijn, zolang de planningstermijn noodzakelijk is voor het kunnen realiseren van de noodzakelijke maatregelen. Beschikt de eigenaar aan het einde van deze termijn niet over minimaal label C, dan raakt de dwangsom ook in dit geval verbeurd. Wanneer de begunstigingstermijn niet wordt gehaald, dan kan de gemeente naast de invordering van de dwangsom overgaan tot het opleggen van een hogere dwangsom of tot sluiting van het pand.
De handreiking van IPLO vermeldt ook dat huurders moeten worden geïnformeerd over het handhavingstraject, omdat zij uiteindelijk geconfronteerd kunnen worden met sluiting. Dat is zeer wenselijk. Wat IPLO niet aangeeft, is dat het vaak ook in de macht van de huurder ligt om energiebesparende maatregelen te treffen, bijvoorbeeld wanneer sprake is van een triple-net-huurovereenkomst of wanneer de verantwoordelijkheid voor vervanging van bepaalde onderdelen, zoals installaties, bij de huurder ligt. Daar komt bij dat de huurder als gebruiker ook kan worden aangesproken op de niet-nakoming van de label C-verplichting. Per huurovereenkomst zal daarom bezien moeten worden op wie de verplichting rust de maatregelen die nodig zijn voor het behalen van de eisen voor een label C, en wie verantwoordelijkheid moet dragen in geval van handhaving. Eerder al verscheen een artikel van Egbert Schelhaas over de modelclausules van de Raad voor Onroerende Zaken voor kantoorruimte over duurzaamheid/greenlease en de labelverplichting.