Voor de verduurzaming van gebouwen wil het kabinet forse handhavingstaken neerleggen bij gemeenten. Die kunnen zij niet uitvoeren. Dit heeft vervelende gevolgen voor de energierekening van huurders en energiebesparing in de utiliteitsbouw.
Dat schrijven we in onze inbreng voor het debat Klimaatakkoord gebouwde omgeving (pdf, 71 kB). Daarin geven we ook aan dat de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed niet goed van de grond komt.
Gemeenten staan volledig achter het uitfaseren van slechte energielabels (E, F en G) van huurwoningen. Maar het voornemen is om regels hiervoor op te nemen in Besluit Bouwwerken Leefomgeving (Bbl), met als gevolg dat gemeenten deze moeten handhaven. Dit is een enorme opgave en gezien de beperkte capaciteit en dekking van kosten voor gemeenten verwachten we dat dit niet actief zal gebeuren.
We willen daarom dat de minister de mogelijkheid onderzoekt om toezicht en handhaving landelijk te regelen. Dat is efficiënter, ontziet gemeenten en bespaart geld.
De utiliteitssector beslaat alle gebouwen waarin niemand woont, bijvoorbeeld bedrijven, kantoorgebouwen en scholen. Vanuit de Europese richtlijn EPBD IV gaat het kabinet normen invoeren voor de minimale energieprestatie van deze gebouwen. Ook die normen worden in het Bbl opgenomen met het gevolg dat de gemeente bevoegd gezag wordt.
Ook hier roepen we de minister op de mogelijkheid te onderzoeken om de handhaving te beleggen bij andere partijen dan gemeenten of omgevingsdiensten. Daarnaast is een duidelijk stimuleringsprogramma nodig voor de achterblijvers. Als gemeenten hierin een taak krijgen, willen we hierbij tijdig worden betrokken, zodat hun rol uitvoerbaar is en ze voldoende uitvoeringsmiddelen krijgen.
Gemeenten staan met de EPBD IV ook zelf voor een grote uitdaging om gemeentelijk en maatschappelijk vastgoed, zoals scholen, maatschappelijke instellingen en buurthuizen, te verduurzamen. Zonder structurele financiering kunnen gemeenten dit niet opvangen, zeker niet met het financiële ravijn in zicht.
We vragen de minister dan ook om gemeenten te ondersteunen, zodat zij dit vastgoed toekomstbestendig kunnen verduurzamen en over voldoende structurele middelen beschikken.