Met de energietransitie in volle gang, stappen steeds meer mensen over op het gebruik van een warmtepomp. Daarmee kan een woning verwarmd worden, zonder dat er aardgas wordt gebruikt. Warmtepompen zijn energiezuiniger dan cv-ketels, waardoor de totale CO2-uitstoot tot wel 65% kan verminderen. Om dit te stimuleren, is er vanuit de overheid subsidie te ontvangen voor de aanschaf van een warmtepomp. Over het aanvragen van duurzaamheidssubsidies schreven wij eerder. Helaas zorgt de groei van het aantal warmtepompen in Nederland ook tot een groei van het aantal problemen. In deze blog bespreken wij de aandachtspunten bij het plaatsen en gebruiken van een warmtepomp.
Een warmtepomp gebruikt warmte uit de lucht of bodem en zet deze door druk om in meer warmte. Dat werkt als volgt: In de lucht of bodem zijn altijd warme deeltjes aanwezig. Deze deeltjes zijn op zoek naar koude plekken. In de warmtepomp gaat koudemiddel rond. Dit middel neemt de warmte van de lucht of bodem op. Vervolgens wordt dit opgewarmde koudemiddel samengedrukt in de pomp. Hierdoor wordt de warmte nog hoger. Deze verhoogde warmte kan gebruikt worden om water, en daarmee de woning, te verwarmen.
Er zijn verschillende soorten warmtepompen. De meest voorkomende zet buitenlucht om in warm water. Dit heet een ‘lucht-waterwarmtepomp’. Hierbij wordt een unit die ongeveer zo groot is als een airco buiten aan de gevel, op het dak of los in de tuin geplaatst. Daarnaast zijn er warmtepompen die gebruik maken van bodemwarmte; een ‘bodem-waterwarmtepomp’. Bij zo’n exemplaar wordt de temperatuur van de bodem gebruikt. Ook zijn er PVT-panelen. Dit zijn zonnepanelen die naast elektriciteit ook warmte opwekken. Deze PVT-panelen worden meestal op het dak geplaatst.
Ten eerste is van belang dat warmtepompen die gebruikmaken van de buitenlucht geluid produceren. Daardoor kunnen ze geluidshinder veroorzaken voor omwonenden, mede doordat de warmtepompen buiten staan. Er zijn wettelijke regels om geluidsoverlast van warmtepompen te voorkomen. Een warmtepomp mag op de perceelgrens met een andere woning niet meer dan 40 dB produceren. Dit volgt uit artikel 3.8, tweede lid, van het Bouwbesluit 2012. Om hieraan te voldoen kunnen verschillende maatregelen worden getroffen. Zo kan de warmtepomp op een zo ver mogelijke afstand van de perceelgrens geplaatst worden. Des te verder de warmtepomp van de perceelgrens geplaatst wordt, des te minder het geluid op de perceelgrens is. Uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) blijkt dat een afstand van 12 meter tussen een warmtepomp en de perceelgrens van de naastliggende woning de geluidsproductie te laag is om nog een hinderlijk effect te hebben op het woongenot van de buurman.
Verder kan de warmtepomp in een geluiddempende kast geplaatst worden. Hierbij is wel van belang dat de totale omvang van de warmtepomp groter wordt, wat mogelijk gevolgen kan hebben voor de vergunningplicht. Hier komen we later op terug. Ook speelt het type een belangrijke rol. Zo zit er groot verschil tussen verschillende warmtepompen in de hoeveelheid geluid die ze produceren.
Daarnaast kan een warmtepomp ook trillingen veroorzaken. Trillingen kunnen door trillingsdempers beperkt of voorkomen worden. Zijn deze trillingen dusdanig sterk, dan kunnen deze wel onrechtmatige hinder veroorzaken. Zulke hinder, zowel van geluid als van trillingen, kunnen ervoor zorgen dat de warmtepomp op bepaalde momenten uitgeschakeld moet worden. Dit blijkt uit een arrest van het gerechtshof Arnhem.
Voor het plaatsen van een warmtepomp kan een omgevingsvergunning nodig zijn. Dit is het geval als het gaat om een warmtepomp die hoger is dan 1 meter of een oppervlakte heeft van meer dan 2 vierkante meter. Sommige lucht-waterwarmtepompen zijn hoger dan 1 meter. In zo’n geval moet er dus goed gekeken worden welke omgevingsvergunning aangevraagd moet worden. Hierbij maken we onderscheid tussen de activiteit bouwen en de activiteit het handelen in strijd met de regels van het bestemmingsplan.
Voor gevallen waarin de hoogte van de warmtepomp meer dan 1 meter is, moet in ieder geval een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen aangevraagd worden. Er kan ook een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan nodig zijn. Of dat het geval is, hangt af van de bestemming waar de warmtepomp geplaatst zal worden, en de daarbij horende bouwregels. Vaak zal de bestemming ‘Wonen’ of ‘Tuin’ van toepassing zijn, waarin regels staan over de hoogte van een bouwwerk. Indien de warmtepomp hoger is dan wat er op de locatie is toegestaan, moet ook een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan aangevraagd worden.
De hoogte wordt gemeten vanaf de grond. Dus als de warmtepomp op 30 centimeter boven de grond geplaatst wordt, en zelf 80 centimeter hoog is, dan is de hoogte meer dan 1 meter. Dit geldt ook als de warmtepomp op een balkon wordt geplaatst, zo blijkt uit een uitspraak van de Afdeling. Een warmtepomp is geen uitbreiding van het balkon, maar een losstaand bouwwerk dat op het balkon geplaatst wordt. Ook als de warmtepomp onder een carport geplaatst wordt, is een omgevingsvergunning nodig, aldus de Afdeling. Ook in zo’n geval is sprake van een losstaand bouwwerk dat in de carport geplaatst wordt, en niet een uitbreiding van een bijbehorend bouwwerk (de carport).
Voor de bouw van de warmtepomp is de totale omvang, inclusief de bijbehorende onderdelen, van belang. Wordt dus bijvoorbeeld een geluiddempende kast om de warmtepomp gebouwd, dan moet de omvang van de warmtepomp inclusief de kast worden gemeten. In zo’n geval is de hoogte al snel meer dan 1 meter.
Ook voor de andere soorten warmtepompen kan een omgevingsvergunning voor een andere activiteit noodzakelijk zijn. Voor het plaatsen van een bodem-waterwarmtepomp moet gegraven worden. Hier kan, afhankelijk van het type en het bestemmingsplan, een omgevingsvergunning voor de activiteit het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, voor nodig zijn.
Voor het plaatsen van PVT-panelen op het dak is in principe geen omgevingsvergunning nodig. Dit staat in artikel 2, zesde lid, van Bijlage II van het Besluit regeling omgevingsrecht. Hierbij is wel van belang dat deze in lijn met het dak worden geplaatst, of als deze op een plat dak worden geplaatst, niet tegen de rand van het dak staan. PVT-panelen die niet op een dak geplaatst worden, kunnen wel vergunning plichtig zijn.
Het plaatsen van een warmtepomp is een mooie investering, maar kan niet zomaar op elke plek zonder consequenties geplaatst worden. Het is goed mogelijk dat een omgevingsvergunning nodig is. Daarnaast kan een warmtepomp ook hinderlijk geluid en trillingen veroorzaken. Wilt u er in de toekomst dus warm bij zitten, dan is het belangrijk dat de warmtepomp op de juiste plek en manier is geplaatst.