De Wet kwaliteitsborging is op 14 mei 2019 door de Eerste Kamer aangenomen.
Eerder schreef ik al over de gevolgen van deze wet . De Wet kwaliteitsborging heeft echter ook gevolgen voor gemeenten, maar welke?
Op grond van het huidige stelsel moet in de meeste gevallen voor het (ver)bouwen van een bouwwerk een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Vervolgens wordt de aanvraag voor de omgevingsvergunning door de gemeente getoetst aan het bestemmingsplan, de welstandseisen, en de technische eisen van het Bouwbesluit en de Bouwverordening. Op grond van wordt door de gemeente een omgevingsvergunning voor het bouwen verleend, indien de aanvraag naar het oordeel van de gemeente aannemelijk maakt dat het bouwen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, voldoet aan de bouwtechnische voorschriften.
In het nieuwe stelsel dient voor het (ver)bouwen van een bouwwerk ook een omgevingsvergunning te worden aangevraagd, maar zal de gemeente niet meer toetsen of het aannemelijk is dat het bouwen voldoet aan de bouwtechnische voorschriften. De gemeente dient te controleren of het instrument voor kwaliteitsborging daadwerkelijk is toegelaten voor de betreffende gevolgklasse, en of de kwaliteitsborger toestemming van de instrumentaanbieder heeft om te werken met dat instrument. Het instrument is een beoordelingsmethodiek waarmee tijdens de bouw wordt vastgesteld in hoeverre bij de oplevering aan de bouwtechnische voorschriften wordt voldaan.
Het doel van de wet is om de bouwkwaliteit te verbeteren. Om dat doel te realiseren worden door de Wet kwaliteitsborging diverse nieuwe partijen in het leven geroepen, waaronder een toelatingsorganisatie, een instrumentaanbieder en een kwaliteitsborger.
De toelatingsorganisatie heeft de bevoegdheid om op aanvraag van instrumentaanbieders, instrumenten voor kwaliteitsborging toe te laten als deze voldoen aan de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels.
Een instrumentaanbieder heeft meerdere rollen. Een instrumentaanbieder is degene die een instrument aanbiedt aan de toelatingsorganisatie voor toelating tot het stelsel. Daarnaast zal een instrumentaanbieder toestemming aan een kwaliteitsborger verlenen om het toegelaten instrument toe te passen bij de inrichting en uitvoering van de kwaliteitsborging. Bovendien beoordeelt de instrumentaanbieder of een kwaliteitsborger voldoende gekwalificeerd is om het instrument toe te passen.
De kwaliteitsborger is degene die de kwaliteitsborging volgens de in het instrument voor kwaliteitsborging voorgeschreven werkwijze uitvoert tijdens de bouw en bij de oplevering van het bouwwerk. De kwaliteitsborger ziet erop toe dat het bouwwerk binnen de kaders van de verleende omgevingsvergunning bij oplevering van het bouwwerk aan de bouwtechnische voorschriften voldoet.
In het nieuwe stelsel verandert de rol van de gemeente dus als vergunningverlener. De gemeente blijft wel verantwoordelijk voor het toezicht op de bestaande bouw en op de omgevingsveiligheid.
De vergunninghouder dient daarom aan het bevoegd gezag verantwoording af te leggen of aan de bouwtechnische voorschriften is voldaan. De vergunninghouder dient door middel van een risicobeoordeling voor de aanvang van de bouw, informatie aan de gemeente leveren en bij de gereedmelding van het bouwwerk, een dossier met informatie over een aantal onderdelen van het bouwwerk in te dienen (dossier bevoegd gezag).
In de risicobeoordeling moet worden ingegaan op de samenhang met andere (lokale) voorschriften, zoals het bestemmingsplan/omgevingsplan en afwijkingsverzoeken daarvan, welstand, monumenten, en adviezen van de veiligheidsregio/brandweer. Voorts zal de risicobeoordeling moeten ingaan op mogelijke risicos van het specifieke bouwwerk met betrekking tot de naleving van de bouwtechnische voorschriften. De risicobeoordeling kan door de gemeente worden gebruikt om zijn handhavende taak van waarnemen en beoordelen vooraf inhoud en richting te geven.
In het dossier bevoegd gezag worden gegevens en bescheiden opgenomen over het bouwwerk die minimaal nodig zijn om adequaat invulling te kunnen geven aan de taken en verantwoordelijkheden van de gemeente in het nieuwe stelsel na gereedmelding van het bouwwerk. Ook bevat het dossier informatie over de door de kwaliteitsborger afgegeven goedgekeurde verklaring.
De Wet kwaliteitsborging zal indien voldoende vertrouwen bestaat dat het stelsel leidt tot betere bouwkwaliteit op 1 januari 2021 in werking treden. Om dit vertrouwen te winnen zullen voorafgaand aan de inwerkingtreding proefprojecten worden uitgevoerd.
Onlangs is bekend geworden dat de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) gemeenten de komende tijd gaat ondersteunen bij het opzetten en uitvoeren van proefprojecten met de Wet kwaliteitsborging. Hiertoe heeft de VNG in nauwe samenwerking met de Vereniging Bouw en Woningtoezicht Nederland het Implementatieteam Wkb opgezet.