Hoe is het gesteld met onze bodem? Die vraag stellen we op Wereldbodemdag aan twee archeologen, Tom Hos en Jeroen van Rooij. Zij zitten immers letterlijk met hun handen in de grond. Wat zien ze daar en wat zijn de bedreigingen?
Wereldbodemdag, ook wel World Soil Day, is door de FAO in het leven geroepen, dit is de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties. Op deze dag wordt stilgestaan bij het belang van een gezonde bodem, bijvoorbeeld voor de werking van ecosystemen, voedselproductie en waterbeheer. Wereldwijd zijn er problemen die de bodem bedreigen, zoals verontreiniging en erosie.
Vraag je Tom en Jeroen waar ze aan denken als ze gevraagd worden naar de stand van onze bodem, dan hebben ze beiden al vlot een antwoord klaar. Ze maken zich zorgen over de vernatting van gebieden die van origine droger zijn, maar er is ook sprake van verdroging van gebieden die van origine nat zijn, legt Jeroen uit. “Natte gebieden hebben hoger grondwater. Hier blijven organische resten zoals hout, beter in de bodem bewaard. Het archeologisch erfgoed blijft dan dus best wel intact, waardoor we bijzondere dingen kunnen vinden.”
Als deze gebieden verdrogen, en het grondwater daalt, dan komen deze organische resten boven de grondwaterspiegel te liggen. “Daardoor zullen ze verrotten, vergaan en verdwijnen. Daarmee verdwijnt ook de informatie die we nodig hebben om de verhalen te vertellen over vroeger.”
Archeologen doen bodemonderzoek, vult Tom Hos aan. “We kijken waar de archeologische lagen zitten, hoe deze in millennia of eeuwen zijn ontstaan. Maar we zijn niet zozeer met de bodemgesteldheid bezig. We doen waarnemingen en kunnen er wel uitspraken over doen. En we zien ook hoe er met de bodem wordt omgegaan.” Eigenlijk vindt Tom dat dit in ons land goed geregeld is. “Er is aandacht voor asbest en saneringen, er is duidelijk wat voor maatregelen er nodig zijn.” Er is alleen één probleem, ziet Tom. “Er zijn boeren die met de grondwaterspiegel rommelen, dat is wel een probleem.”
Voordat er ergens gebouwd mag worden, moet er bodemonderzoek gedaan worden. Er wordt bekeken wat voor flora en fauna er is en er wordt archeologisch onderzoek gedaan. Is er archeologie gevonden, dan is het aan de opdrachtgever wat te doen. Een groter onderzoek kost geld. “Soms vinden mensen archeologie een veredelde hobby, wat oude troep in de grond. Waarom moeten zij daarvoor betalen? Dan helpt de beeldvorming niet altijd mee.”
Heeft een bodemonderzoek als doel om verontreinigende stoffen te verwijderen, dan dient dat het doel om een schonere leefomgeving te creëren. “Dat is makkelijker uit te leggen”, zegt Jeroen. “Bij archeologie moet je soms meer discussiëren waarom iets zin heeft. En dan verschilt het per persoon hoe ze hiernaar kijken.”
Het grondbeginsel van archeologie is: laat archeologie in de bodem zitten, zodat toekomstige generaties er meer informatie uit kunnen halen dan wij nu kunnen. Kan het in de grond blijven zitten, dan laten we het zitten, legt Jeroen uit. Alleen als er op die plek bijvoorbeeld gebouwd gaat worden, worden de resten uit de grond gehaald. “Dan proberen we het zo goed mogelijk te onderzoeken, je kan het immers maar één keer opgraven. Maar als iets wegrot als we het in de bodem laten zitten, dan kan dat zeer frustrerend zijn. We moeten dus de afweging maken: laten zitten of opgraven.”
Dit is sinds de klimaatverandering en de daarbij horende extremere weersomstandigheden gaande, vertelt Jeroen. “Dit zorgt ervoor dat resten waarvan we weten op welke plekken ze in de bodem zitten, bedreigd worden. Resten die we nu juist in de bodem laten zitten, zodat toekomstige generaties er nog meer over te weten kan komen.”
Ook in drogere gebieden die meer neerslag moeten verwerken, ontstaan er problemen, zegt Jeroen. “Als je kijkt hoeveel regen er op sommige momenten valt. Of denkt aan de overstromingen in Limburg van een paar jaar geleden. Dit heeft effect op de grondwaterspiegel, die gaat omhoog en weer omlaag.” Ook de kracht van het water speelt een rol. “Resten kunnen wegspoelen, met name in kwetsbare gebieden.”
Deze veranderingen, maar vooral de verdroging, tast de vindplaatsen van archeologie aan. Er blijft maar een deel van de vondsten over, zoals aardewerk en vuursteen. “Belangrijke elementen verdwijnen, waardoor je ook alleen een incompleet verhaal kan vertellen.”
De overheid is verantwoordelijk voor het erfgoed in onze bodem, zij besluiten hoe we met de grond omgaan. Er zijn wel initiatieven, maar Jeroen vindt de echte urgentie voor deze situatie nog wel ontbreken. “Het is belangrijk dat er aandacht is voor deze kwestie. Erfgoed kan in gevaar zijn, dat is niet iets dat binnenskamers moet worden besproken.” De meeste opdrachtgevers waar Jeroen voor werkt hebben archeologie wel hoog in het vaandel. “Maar soms bloed mijn archeologenhart wel, als je bedenkt dat er dingen onder onze voeten verdwijnen.”
Als er dingen in de bodem veranderen, dan zou je dat moeten monitoren, vindt Jeroen. “Dat ontbreekt nu eigenlijk, waardoor we niet goed weten hoe groot het probleem eigenlijk is. Het zou goed zijn om op maat gemaakte adviezen te kunnen geven over hoe je iets in de grond kan laten zitten en vervolgens te monitoren. En wat doe je als blijkt dat erfgoed in gevaar is?” Dit is ook een geldkwestie, weet Jeroen, de middelen zijn immers niet onbeperkt. “Er moet een dialoog plaatsvinden over hoe we met erfgoed willen omgaan, vooral als het in gevaar komt.”