De Eerste Kamer heeft op dinsdag 9 december 2025 ingestemd met een wijziging van de huidige warmtewetging door het wetsvoorstel Wet collectieve warmte aan te nemen. Deze wet moet de overstap naar collectieve warmte zoals stadsverwarming bevorderen en waarborgen. Al eerder, in juli 2025, stemde de Tweede Kamer met dit wetsvoorstel in. De nieuwe wet zal in fasen in de loop van 2026 worden ingevoerd.

De wet maakt het samen met andere nieuwe wetten zoals de Energiewet en de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie het gemakkelijker voor gemeenten om de traditionele warmtevoorziening door gas te vervangen door een systeem waarbij op collectieve wijze in de warmtevoorziening wordt voorzien.
In lijn met de doelen van het eerdere kabinet wil het demissionaire kabinet zorgen voor duurzame en betrouwbare levering van warmte en het beter beschermen van consumenten tegen hoge energiekosten. De Wet collectieve warmte bepaalt dat warmtebedrijven voor meer dan 50% in handen komen van overheden, zoals gemeenten of provincies. De verantwoordelijkheid voor collectieve warmtebedrijven verschuift daardoor van particuliere bedrijven naar de overheid.
De nieuwe wet heeft ook bepalingen waaruit volgt dat het tarief van energie via warmte wordt gebaseerd op hetgeen de aanleg en het onderhoud van een collectief warmtesysteem kost. Dat biedt voordelen, maar ook nadelen. Consumenten aangesloten op een warmtenet hebben daardoor geen last meer van fluctuerende gasprijzen, hetgeen uiteraard een voordeel is. Een warmtenet is echter ook vaak kostbaar, waardoor het niet denkbeeldig is dat een op een warmtenet aangesloten consument duurder uit zou kunnen zijn, dan een consument die zijn huis met gas verwarmt.
De grotere rol van de overheid is echter bedoeld om consumenten tegen eventuele excessen te beschermen, de betrouwbaarheid van het warmtesysteem te verhogen en de kans op storingen te beperken. Het wetsvoorstel geeft ook specifieke regels en uitzonderingen voor kleine collectieve warmtesystemen, verhuurders, verenigingen van eigenaars en warmtetransportbeheerders.
Een belangrijk punt van de Wcw is dat de gemeente de regie krijgt. Voor het leveren en transporteren van warmte is de toestemming van de gemeente benodigd. Dat kan door een warmtebedrijf aan te wijzen die de exclusieve bevoegdheid en plicht krijgt om warmte te transporteren en te leveren aan de woningen die zich in het warmtekavel bevinden.
De nieuwe wetgeving geeft de overheid goede mogelijkheden om de energietransitie verder door te voeren. Het is nu afwachten hoe dat in de praktijk gaat uitpakken. Belangrijk is uiteraard ook welke warmtebronnen er worden benut. De bedoeling is uiteraard om daarvoor duurzame energiebronnen aan te wenden.
Er is echter ook ruimte voor private initiatieven van bedrijven en particulieren in de vorm van bijvoorbeeld het oprichten van een warmtegemeenschap en/of een energiegemeenschap.
