"De Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB), die in mei 2019 werd aangenomen, zal de bouw flink opschudden. Waarschijnlijk in positieve zin, want wie kan er nu tegen het streven naar betere ketenbeheersing en hogere bouwkwaliteit zijn? Maar de wet heeft veel open einden. En wie gaat er opdraaien voor de onvermijdelijke kostenverhogingen?"
De wet draagt de sporen van een lang politiek traject met veel zichtbare reparaties aan het wegdek. Oorspronkelijk (sinds 2011) stonden vooral privatisering van het toezicht (einde papieren toezicht door Bouw en Woningtoezicht), verhoging van de bouwkwaliteit, verlaging van faalkosten en leges op de rol. De wet is weliswaar door de Eerste Kamer aangenomen, maar de minister beslist in 2020 of de wet in 2021 concreet in werking wordt gesteld. Als tenminste in de tussentijd voldoende evaluatiemateriaal is verzameld dat bewijst dat de wet in de praktijk werkt.
Voortaan wordt er binnen de omgevingsvergunning alleen nog gebouwd volgens het as built principe. Dit betekent dat de opdrachtgever/koper exact krijgt wat de ontwerper of architect heeft verkocht. De materialen die in het bestek staan worden door de aannemer, maar ook door de toeleverancier, installateur of afwerker toegepast. Alles wordt nauwkeurig geregistreerd in een dossier.
De aannemer (opdrachtnemer) is de ketenregissseur van het gehele bouwproces. Hij maakt vooraf een risicoanalyse van het project en deelt het in een zogenoemde gevolgklasse in: van een woning, een eenvoudig bedrijfsgebouw (klasse 1), via bijvoorbeeld een schoolgebouw of fietsbrug (klasse 2) tot aan een voetbalstadion (klasse 3).
Tegelijk kiest de aannemer de methode (het instrument) waarmee hij gaat registreren dat hij precies zal bouwen wat is beloofd. Dit instrument is gecertificeerde software of een app, waarmee precies kan worden vastgelegd wie, wanneer, welk materiaal of welke dienst aan het bouwwerk heeft toegevoegd. Alles wat gebeurt, wordt via het instrument geregistreerd in een opleverdossier dat straks het fundament van de oplevering (en garantie) wordt.
Naast het instrument wordt een gecertificeerde kwaliteitsborger aangesteld. Bij particuliere (ver)nieuwbouw zal de aannemer vaak zon controleur aanstellen. Bij andere projecten kan de architect of opdrachtgever dit doen. Dit bureau of persoon controleert de aannemer tijdens het bouwproces. De controleur kan de aannemer dwingen zaken te herstellen als wordt afgeweken van het oorspronkelijke bouwplan. Bij een conflict kan de gemeente als handhaver, op verzoek van de kwaliteitsborger - maar ook op eigen initiatief, na een (ongevraagde) controle! - de bouw stilleggen.
Tien dagen voor ingebruikname overlegt de aannemer het opleverdossier én een garantieverklaring aan Bouw en Woningtoezicht. Deze dienst geeft uiteindelijk goedkeuring om het bouwsel in gebruik te nemen. Als er geen goedkeuring komt, moet de aannemer herstelwerk verrichten. Hiermee is voor de aannemer de kous nog lang niet af, want hij blijft twintig jaar garant staan voort de geleverde kwaliteit. Daarnaast is hij aansprakelijk voor ieder gebrek dat bij oplevering niet is ontdekt, tenzij het gebrek niet aan hem is toe te rekenen.