Bekend is dat een bijbehorend bouwwerk vergunningsvrij is wanneer dit bouwwerk voldoet aan de eisen die hieraan in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) worden gesteld. Eén van deze eisen is dat het bijbehorend bouwwerk ‘functioneel verbonden’ moet zijn aan het hoofdgebouw. Het gebruik van het bijbehorend bouwwerk moet daarmee planologisch een relatie hebben met het gebruik van het hoofdgebouw.
Bekend is dat een bijbehorend bouwwerk vergunningsvrij is wanneer dit bouwwerk voldoet aan de eisen die hieraan in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) worden gesteld. Eén van deze eisen is dat het bijbehorend bouwwerk functioneel verbonden moet zijn aan het hoofdgebouw. Het gebruik van het bijbehorend bouwwerk moet daarmee planologisch een relatie hebben met het gebruik van het hoofdgebouw.
Zelfde eis als het oude regime
Deze eis werd overigens ook onder het oude regime van het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken gesteld. Alleen waren toen slechts de bijgebouwen bij een woning vergunningsvrij. En die bijgebouwen moesten strekken tot vergroting van het woongenot.
Discussie vergroting woongenot & vergunningplicht of niet
Zo vergroot ook een duivenhok bij een woning het woongenot van de eigenaar. Maar een buurman kan hier heel anders over denken. Het houden van duiven kan immers geluidsoverlast met zich meebrengen, met alle gevolgen voor zijn woongenot van dien.
Dit was dan ook voor deze buurman in deze zaak aanleiding om een verzoek tot handhaving in te dienen tegen het duivenhok van zijn buurman. Het duivenhok was onder het regime van de Woningwet nog licht-bouwvergunningplichtig en volgens de buurman was het duivenhok niet geïsoleerd, terwijl dit wel op de bouwtekening was aangegeven.
Het verzoek tot handhaving werd afgewezen, omdat het duivenhok - onder de Wabo - inmiddels vergunningsvrij was geworden. De buurman klom daarom in de pen en tekende beroep aan.
Reikwijdte woongenot
De rechtbank bepaalde nu dat het woongenot niet uitsluitend tot de woning (in deze zaak dus het hoofdgebouw) beperkt was. Het woongenot heeft ook betrekking op het hele perceel waar de woning staat en in zekere mate ook op de directe leefomgeving (zie ook Rechtbank Rotterdam 28 december 2004, LJN AS3612).
Een duivenhok van 6 meter lang en 2 meter breed waarin 80 tot 90 duiven worden gehouden werd als hobbymatig gebruik van dit bouwwerk betiteld. Het duivenhok was daarmee een vergroting van het woongenot van de eigenaar. Er was dus sprake van functionele verbondenheid van het hoofdgebouw, zodat het duivenhok als bijbehorend bouwwerk' (artikel 1 bijlage II Bor) gekwalificeerd kon worden. Het duivenhok voldeed ook nog eens aan de planregeltjes, zodat er geen bouwvergunning meer nodig was (artikel 2.3, eerste lid Bor en artikel 3, bijlage II Bor).
Bron: Rechtbank Roermond 15 maart 2011, M&R 2011/185, noot (december 2011)
Door Max Seelen (Patres)