Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

WRR is kritisch op participatie onder Omgevingswet: ‘Waar winnaars zijn, zijn verliezers’

Overheden hebben onder de Omgevingswet veel vrijheid in hoe ze participatie vormgeven. Dat is niet zonder risico’s, constateert de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in een donderdag gepubliceerd rapport. De wet biedt ontwikkelaars potentieel meer ruimte om hun zin door te drukken, ten koste van “gewone burgers”.

30 november 2023

“Hoe kunnen we de nieuwe Omgevingswet duiden vanuit het perspectief van controle?”, vraagt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid zich af in het donderdag gepubliceerde rapport Grip.

Met controle bedoelt de raad de mate waarin individuen door eigen handelen gewenste uitkomsten kunnen verkrijgen, en ongewenste uitkomsten juist kunnen voorkomen. Grip op de leefomgeving, dus. De Omgevingswet scoort op dat vlak niet best, vindt de raad.

Verliezers

Eén van de centrale ambities van de Omgevingswet is dat private initiatiefnemers meer ruimte krijgen om hun eigen plannen te verwezenlijken. Meer controle dus. Maar waar winnaars zijn, zijn ook verliezers.

Burgers met minder tijd en minder bureaucratische competenties kunnen juist minder grip krijgen op hun leefomgeving, zeker als ze weinig ervaring hebben met de procedures van de wet. De facto, citeert de raad Omgevingswetcritici, creëert de Omgevingswet “meer ruimte voor projectontwikkelaars en andere kapitaalkrachtige initiatiefnemers om hun zin door te zetten ten koste van gewone burgers”.

Hoeveel verliezers er daadwerkelijk zullen zijn na de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024, hangt af van hoe gemeenten, provincies en waterschappen participatie in de praktijk invullen. Daar hebben ze veel vrijheid bij. Participatie is verplicht onder de wet en overheden moeten aangeven op welke wijze invulling is gegeven aan het lokale participatiebeleid. Maar vervolgens zijn er weinig concrete eisen. Met andere woorden: het participatiebeleid is vormvrij.

Sterke volksvertegenwoordigers

De potentiële ongelijke toegang van burgers tot controle onder de Omgevingswet, wijst op een blinde vlek bij beleidsmakers. Die moeten zich niet alleen de vraag stellen hoe ze de grip van burgers kunnen maximaliseren, vindt de raad. “Ze moeten zich ook afvragen of hun maatregelen geen herverdelingseffecten op dit vlak hebben en, zo ja, in hoeverre die voorkomen kunnen of moeten worden.”

De raad werpt zelf een eerste balletje op: sterke volksvertegenwoordigers. “Zij [de verliezers, red] zouden waarschijnlijk meer gebaat zijn bij ‘klassieke’ belangenbehartiging door competente volksvertegenwoordigers die namens hen tegenspel kunnen bieden aan meer vocale en georganiseerde belangen.”

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.