Wat betekenen de begrippen ‘zwemmen’ en ‘baden’? Dat is de tweede vraag waar we binnen artikel 15.1, eerste lid, Bal tegen aanlopen.
In dit blog-artikel zullen we bij de betekenis van deze begrippen stilstaan. We zullen zien dat het begrip ‘zwemmen’ bij de toepassing van hoofdstuk 15 Bal niet snel tot problemen zal leiden. Anders ligt dit bij het begrip ‘baden’. We zullen ontdekken dat in sommige gevallen wel sprake is van ‘baden’ en in andere gevallen niet. Het begrip ‘baden’ kent dus een grijs gebied. Dat maakt onze zoektocht naar de toepasselijkheid van hoofdstuk 15 Bal lastiger.
Voor de toepasselijkheid van hoofdstuk 15 Bal stelt de wetgever nog een belangrijke voorwaarde. Het water in een badwaterbassin moet namelijk bedoeld zijn om te zwemmen of te baden. Deze voorwaarde moet je altijd voor ogen houden.
Deze inleiding sluit ik af met twee opmerkingen over de samenhang met eerdere blog-artikelen. Het vorige blog-artikel ging over het begrip ‘badwaterbassin’. Daarin ontstond al een eerste beeld van wat wel onder hoofdstuk 15 Bal valt en wat niet. In het blog-artikel dat je nu leest, zal ik dat beeld verder verfijnen. Verder heb ik ervoor gekozen om de begrippen ‘zwemmen’ en ‘baden’ niet te behandelen samen met het begrip ‘badwaterbassin’. De begrippen ‘zwemmen’ en ‘baden’ horen immers thuis binnen de kaders van artikel 15.1, eerste lid, Bal. Hiervoor verwijs ik naar mijn blog-artikel ‘Heb ik te maken met hoofdstuk 15 Bal?’ Dat is de reden waarom ik aan de begrippen ‘zwemmen’ en ‘baden’ nu een apart blog-artikel wijd.
Leeswijzer
Eerst zullen we stilstaan bij de betekenis die de begrippen ‘zwemmen’ en ‘baden toekomen. Vervolgens zullen we in een kort resumé ons de betekenis van het begrip ‘badwaterbassin’ herinneren. Daarbij herinneren we ons ook de voorwaarde dat water de bedoeling moet hebben om te zwemmen en te baden. Met al die kennis gaan we het eerdere beeld van de toepasselijkheid van hoofdstuk 15 Bal verder verfijnen. Dat doen we aan de hand van voorbeelden. Dit blog-artikel sluit af met een conclusie en de aankondiging van een volgend blog-artikel.
Het begrip ‘zwemmen’ heeft de wetgever niet gedefinieerd. We zullen daarom moeten kijken naar de betekenis die het begrip in het normale spraakgebruik heeft. Daarvoor kunnen we woordenboeken raadplegen. Dan zie je dat het begrip ‘zwemmen’ betekenissen heeft als ‘drijven’ en ‘door bewegingen vooruitkomen in het water’. Dit geeft ons wel een goed beeld wat met het begrip ‘zwemmen’ in het normale spraakgebruik is bedoeld. Bij de toepassing van hoofdstuk 15 Bal zal het begrip ‘zwemmen’ daarom in de praktijk niet snel tot problemen leiden.
Ook voor het begrip ‘baden’ bestaat geen wettelijke definitie. We zullen daarom opnieuw aansluiting moeten zoeken bij het normale spraakgebruik.
De uitleg die woordenboeken geven bij het begrip ‘baden’ is niet zo concreet als bij het begrip ‘zwemmen’. Van Dale bijvoorbeeld omschrijft het begrip ‘baden’ als ‘een bad nemen’. Een bad is volgens Van Dale een badkuip of een zwembad. ‘Baden’ zou dan neerkomen op ‘een zwembad nemen’. Een dergelijke beschrijving brengt ons niet echt verder in onze zoektocht naar de betekenis van het begrip ‘baden’.
Misschien kunnen de volgende criteria ons verder helpen.
Een eerste criterium ziet op de mate waarin het lichaam contact maakt met water. Een tweede criterium is de omvang van de waterdiepte. Een laatste criterium betreft de duur van het verblijf in het water.
Zo zal eerder sprake zijn van baden in gevallen waarin een groter deel van het lichaam contact maakt met water. Ook zal eerder sprake zijn van baden als het water dieper is. Logisch zou je denken. Want naarmate het water dieper is, kan ook een groter deel van het lichaam contact maken met het water. Tenslotte zal eerder sprake zijn van baden wanneer men gedurende langere tijd in het water verblijft.
Deze drie criteria leren dat niet elk contact met water ‘baden’ is. Of sprake is van baden is sterk afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het concrete geval.
Laten we de materie even kort resumeren. In het vorige blog-artikel hebben we stilgestaan bij het begrip ‘badwaterbassin’. We hebben gezien dat een badwaterbassin een waterkerende constructie is, bedoeld voor het vasthouden van water. We hebben de elementen ‘waterkerende constructie’ en ‘water’ nader beschouwd. Dit leverde al een eerste beeld op van wat wel onder hoofdstuk 15 Bal valt en wat niet.
Verder hebben we geleerd dat het water in de constructie moet zijn bedoeld om te zwemmen of te baden. In het blog-artikel dat je nu leest, hebben we stilgestaan bij de betekenis van de begrippen ‘zwemmen’ en ‘baden’.
Verdere verfijning toepasselijkheid hoofdstuk 15 Bal
Nu kunnen we het eerste beeld van de toepasselijkheid van hoofdstuk 15 Bal verder gaan verfijnen. Laten we dat doen met de volgende voorbeelden.
Kunstmatig aangelegde waterpartij in een park en stadsfonteinen
Een kunstmatig aangelegde waterpartij in een park is zeker een constructie die bedoeld is om water vast te houden. Toch valt zo’n waterpartij niet onder de werking van hoofdstuk 15 Bal. Het water in de waterpartij is immers bedoeld als stadsverfraaiing. Een waterpartij in een park is rustgevend en draagt bij aan de beleving van het welzijn in het drukke stadsgewoel. Een dergelijke waterpartij is niet bedoeld om daarin te zwemmen of te baden. Om dezelfde reden is hoofdstuk 15 Bal niet van toepassing op stadsfonteinen, zoals de fontein op het Hofplein in Rotterdam.
Een waterreservoir voor de berging van bluswater is bedoeld als opslag van bluswater voor de brandweer. Het is duidelijk niet bedoeld om daarin te zwemmen of te baden. Een bluswaterreservoir is dan ook geen badwaterbassin. Op dergelijke constructies is hoofdstuk 15 Bal niet van toepassing.
Wat te denken van een voetenbad in een sauna of een voetenbad bij een pedicure? Kijken we eens naar de drie criteria voor het begrip ‘baden’. De waterdiepte van dergelijke baden is gering. Bovendien is slechts een beperkt deel van het lichaam ondergedompeld. Verder is de tijd waarin men de voeten baadt, beperkt tot opwarmen of afkoelen. Van ‘baden’ is daarom geen sprake. Voetenbaden vallen dus buiten het toepassingsbereik van hoofdstuk 15 Bal. Dat in de naamgeving het begrip ‘bad’ voorkomt, maakt dit niet anders.
Het komt wel voor dat we de elleboog bijvoorbeeld in een waterbakje houden. De bedoeling daarvan is om van lichamelijke klachten te herstellen. Volgens de drie criteria valt ook dit niet aan te merken als ‘baden’. Dit brengt met zich dat een dergelijk waterbakje geen ‘badwaterbassin’ is. Hoofdstuk 15 Bal is dan ook niet van toepassing.
Hetzelfde geldt voor cosmetische behandelingen en bedriegertjes. Volgens de drie criteria is immers geen sprake van ‘baden’.
Cosmetische behandelingen zijn intussen een grensgeval. Concrete feiten en omstandigheden kunnen er namelijk toe leiden dat dergelijke behandelingen wel onder hoofdstuk 15 Bal vallen. De drie criteria zijn daarvoor bepalend.
Hoe om te gaan met speelconstructie voor kinderen? Er zijn speelconstructies waarin kinderen op kleine schaal kunnen spelen zonder zelf te water te gaan. Dergelijke speelconstructies beschouwt de wetgever niet als ‘baden’. Volgens de wetgever is eerder sprake van ‘spelen met water’. Op dergelijke speelconstructies is hoofdstuk 15 Bal niet van toepassing.
Echter, ook speelconstructies behoren tot de grensgevallen. Wederom kunnen concrete feiten en omstandigheden met zich brengen dat speelconstructies wel onder hoofdstuk 15 Bal vallen. De wetgever noemt als voorbeeld een park waarin een speeltuin met een ondiepe waterpartij is aangelegd. De bedoeling van die waterpartij is dat kinderen kunnen ‘spelen in water’. Volgens de wetgever is dan wel sprake van ‘baden’. In dit voorbeeld is hoofdstuk 15 Bal dus gewoon van toepassing.
Therapiebaden in zorginstellingen vallen binnen het toepassingsbereik van hoofdstuk 15 Bal. Dergelijke baden zijn waterkerende constructies voor het vasthouden van water bedoeld om te baden. In de regel zal sprake zijn van baden omdat patiënten met hun gehele lichaam te water gaan.
Beheerders en exploitanten van zwembaden en dergelijke vinden de nieuwe zwemwater-regelgeving in hoofdstuk 15 Bal.
De vraag is wanneer hoofdstuk 15 van toepassing is en wanneer niet. Artikel 15.1, eerste lid, geeft antwoord. Volgens dat artikel gaat hoofdstuk 15 over de activiteit ‘het gelegenheid bieden tot zwemmen of baden in een badwaterbassin’.
In dit blog-artikel heb ik stilgestaan bij de begrippen ‘zwemmen’ en ‘baden’.
Het begrip ‘zwemmen’ zal bij de toepassing van hoofdstuk 15 Bal in de praktijk niet snel tot problemen leiden.
Anders ligt dit bij het begrip ‘baden’. De betekenis van het begrip ‘baden’ is namelijk sterk afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het concrete geval. Soms is sprake van ‘baden’ en in andere gevallen weer niet. Voetenbaden bijvoorbeeld vallen buiten het begrip ‘baden’. Dat geldt ook voor het houden van de elleboog in een waterbakje. Ook bij bedriegertjes is geen sprake van ‘baden’. In al deze gevallen is hoofdstuk 15 Bal niet van toepassing.
Er zijn echter grensgevallen. Cosmetische behandelingen en speelconstructies voor kinderen bijvoorbeeld. In de regel is daarbij geen sprake van ‘baden’ en is hoofdstuk 15 Bal dus niet van toepassing. Maar voor hetzelfde geld is hierbij wel sprake van ‘baden’ waarop hoofdstuk 15 Bal van toepassing. Dit is afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het concrete geval.
Verder is voor de toepasselijkheid van hoofdstuk 15 Bal de bedoeling om te zwemmen of te baden doorslaggevend. Zo is er een aantal voorbeelden te noemen waarin zwemmen of baden niet de bedoeling is. Het gaat met name om waterpartijen in stadsparken, stadsfonteinen en bluswaterreservoirs.
Therapiebaden in zorginstellingen vallen in elk geval binnen het toepassingsbereik van hoofdstuk 15 Bal.
In mijn volgende blog-artikel zal ik het derde en laatste element bespreken van artikel 15.1, eerste lid, Bal. Dan zal het gaan over de betekenis van het element ‘het gelegenheid bieden tot’.