In dit rapport is onderzocht hoe de tarieven van een omgevingsvergunning om te (ver)bouwen zich ontwikkelen na het van kracht worden van de Wkb van 2023 op 2024.
Om te mogen bouwen of verbouwen kan een omgevingsvergunning nodig zijn van de gemeente. De aanvrager betaalt leges aan de gemeente wanneer een omgevingsvergunning wordt aangevraagd en door de gemeente in behandeling wordt genomen. De tarieven zijn vastgelegd in de legesverordening van de gemeente. Deze verordening bestaat uit een groot aantal diensten en bijbehorende tarieven. Naast omgevingsvergunningen gaat het bijvoorbeeld om leges die worden betaald voor huwelijksvoltrekkingen, reisdocumenten, maar ook het organiseren van jaarmarkten. De begrote opbrengst van alle tarieven in de legesverordening samen mag niet hoger zijn dan de begrote kosten.
Tot en met 2023 was de controle van de kwaliteit van de bouwwerkzaamheden een gemeentelijke taak. Deze kon bekostigd worden uit de legesopbrengsten. Vanaf 2024 is de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) deels van kracht geworden. Daarmee komt de kwaliteitscontrole voor een deel van de bouwprojecten te liggen bij particuliere bedrijven. Gemeenten hebben daardoor minder werkzaamheden bij het verstrekken van een omgevingsvergunning om te bouwen. Dit betekent dat zij minder kosten maken die verband houden met bouwvergunningen. Omdat de opbrengst uit de legesverordening maximaal kostendekkend mag zijn, zou dat zich kunnen vertalen in lagere tarieven voor bouwvergunningen.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wil daarom monitoren hoe de tarieven van een omgevingsvergunning om te (ver)bouwen zich ontwikkelen na het van kracht worden van de Wkb. COELO onderzoekt in dit rapport de ontwikkeling van 2023 op 2024. Daarvoor zijn gegevens verzameld over de kosten van bouwvergunningen in 2024. Voor 2023 zijn de gegevens gebruikt zoals verzameld voor de eerdere nulmeting.