Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Milieu in de fysieke leefomgeving omvat veel verschillende aspecten die invloed hebben op inwoners en natuur. Het is bijvoorbeeld voor natuurbehoud en biodiversiteit van belang dat er niet te veel schadelijke stoffen aanwezig zijn die de bodem- of waterkwaliteit aantasten. Dingen die de luchtkwaliteit aantasten, zoals uitstoot van gassen, rook en fijnstof, kunnen gevolgen hebben voor de gezondheid van inwoners. Hetzelfde geldt voor overlast van geur, geluid en trillingen door bijvoorbeeld verkeer, landbouw of industrie. Ook komen er milieurisico’s kijken bij de omgang met gevaarlijke stoffen. Bij het opslaan, vervoeren en gebruiken van deze stoffen moet de externe veiligheid gegarandeerd worden.

Wet- en regelgeving voor milieu

Veel van de regels voor milieu staan in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Een milieubelastende activiteit wordt door de Omgevingswet gedefinieerd als ‘een activiteit die nadelige gevolgen voor het milieu kan veroorzaken’. In het Bal worden de rijksregels gegeven voor verschillende milieubelastende activiteiten. Voor milieubelastende activiteiten waar geen rijksregels voor gelden, kunnen regels gesteld worden door decentrale overheden. Als er ook geen regels zijn gesteld door decentrale overheden, gelden de algemene zorgplicht en het algemeen verbod uit de Omgevingswet.

Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) bevat regels over omgevingswaarden, waarvan een deel ook over milieu gaan. Ook staan er in het Bkl instructieregels voor bijvoorbeeld omgevingsplannen en -vergunningen.

De Wet milieubeheer regelt, ook na het ingaan van de Omgevingswet, onder andere stoffen (hoofdstuk 9), afvalstoffen (hoofdstuk 10), broeikasgasemissies (hoofdstuk 16) en milieuaansprakelijkheid. Andere onderdelen zijn gewijzigd of vervallen met het ingaan van de Omgevingswet.

Het grootste deel van het ruimtelijk aspect van milieubeheer wordt geregeld door de Omgevingswet.

Milieu en ruimte onder de Omgevingswet

Milieu en ruimte worden in de Omgevingswet integraal benaderd. De fysieke leefomgeving, en daarmee de omgevingskwaliteit en milieukwaliteit, staan centraal. Zo bevat de Omgevingswet een zorgplicht voor een veilige en gezonde fysieke leefomgeving die geldt voor overheden, bedrijven en burgers.

Onder de Omgevingswet beschikken gemeenten over verschillende instrumenten om milieu te beheren, waaronder het omgevingsplan. Deze kan namelijk worden ingezet voor milieuzonering. De gemeente kan milieuwaarden en regels opnemen in het omgevingsplan, vertaald vanuit de instructieregels van het Bkl. ‘Deze milieuwaarden en regels gaan als standaard gebiedsgerichte regels in het omgevingsplan gelden voor de toegelaten milieuhinderlijke (bedrijfs-)activiteiten binnen de gemeente’ (VNG). Eind 2024 heeft de VNG een nieuwe handreiking voor milieuzonering uitgebracht om gemeenten handvatten te bieden. Deze handreiking vervangt die uit 2009.

Milieueffectrapportage (mer)

Milieueffectrapportage (mer) is een hulpmiddel voor besluitvorming over plannen en projecten met effecten op de fysieke leefomgeving. Een milieueffectrapport (MER) bevat een overzicht van de verwachte milieueffecten van een plan of project, evenals redelijke alternatieve oplossingen. Bij sommige plannen en projecten moet verplicht een MER opgesteld worden. Op deze manier krijgt het milieubelang een plaats in de besluitvorming.

 

In dit dossier vind je het laatste nieuws over milieu in de fysieke leefomgeving. Ook vind je hier jurisprudentie, actuele wetgeving, beleidsstukken en belangrijke publicaties. Tot slot zijn hier praktische handreikingen en tools te vinden.