Per 1 januari 2024 wordt de Omgevingswet van kracht. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet en daarmee dus ook de bouwvoorschriften van het Bbl, wijzigen diverse technisch inhoudelijke eisen. Deze wijzigingen kunnen van invloed zijn op het ontwerp of de kosten van een nieuwbouwproject.
Daphne Hellendoorn (adviseur en projectmanager nieuwbouw) zette in overleg met Marjolein Berghuis (senior specialist bouwregelgeving) 6 wijzigingen op een rij die zodanig van invloed kunnen zijn op een ontwerp, dat het verstandig kan zijn om de aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen nog in 2023 in te dienen.
Nieuwe bouwkundige eisen ten aanzien van liften, zoals het verplichte voorportaal voor een lift in een woongebouw met een toegankelijkheidssector.
Daglichtfactor – hoewel de wetgever hier geen verzwaring van de eisen heeft beoogd, zijn er situaties waarbij de eis aan de daglichtfactor zwaarder uitpakken dan de huidige daglichtnorm. Bijvoorbeeld bij inwendige hoeken bij woongebouwen. Diepe appartementen met aan één zijde gevelopeningen zijn haast niet meer mogelijk. Opstelplaats aanrecht en kooktoestel kunnen dan ook niet meer achterin de verblijfsruimte geplaatst worden.
Net als nu al voor woongebouwen geldt, gaat straks ook voor eengezinswoningen gelden dat hoogteverschillen tussen de openbare weg en de toegang met een hellingbaan overbrugd moeten kunnen worden.
Er worden strengere eisen gesteld aan oplaadvoorzieningen voor elektrische voertuigen in parkeergarages.
Parkeergarages onder gebouwen waarin wordt geslapen met een verblijfsgebied hoger dan 13 m, moeten in principe worden voorzien van een sprinklerinstallatie (tenzij ze onder een van de uitzonderingen vallen).
Bij hoogbouw (> 50 m bij slaapgebouwen, > 30 m bij slapen door verminderd zelfredzame personen) wordt de brandklasse van de gevels aangescherpt naar A2 en gaan strengere brandwerendheidseisen gelden. Het is overigens niet zeker dat deze wijziging al op 1 januari 2024 in werking treedt.
Meer informatie over deze wijzigingen vindt u in dit artikel.