De huren voor middeninkomens gaan weer omhoog als de Wet Betaalbare Huur wordt aangepast, terwijl het juist de bedoeling was die huren betaalbaar te maken. Aedes vindt het niet juist om wetgeving die vorig jaar is ingevoerd nu alweer aan te passen. Minister Keijzer heeft aangekondigd de Wet Betaalbare Huur (WBH) aan te passen naar aanleiding van cijfers van het kadaster over de verkoop van huurwoningen. De cijfers laten zien dat de private huurmarkt vorig jaar met 413 woningen is gekrompen. Er zijn 30.000 huurwoningen verkocht, daar staat tegenover dat er veel nieuwe woningen zijn gebouwd. De minister ziet hierin aanleiding om maatregelen te treffen die op 1 januari 2026 in moeten gaan.
De WOZ-cap wordt aangepast, waardoor de WOZ-waarde zwaarder meetelt in de huur.
Kleine rijksmonumenten worden straks zwaarder gewaardeerd in het WWS.
De minpunten voor ‘geen buitenruimte’ worden geschrapt bij een nieuw contract.
Het wordt voor alle studenten weer mogelijk een tijdelijk huurcontract af te sluiten.
Aedes heeft eerder met de VNG en de Woonbond opgeroepen de Wet Betaalbare Huur niet meteen weer aan te passen maar juist te zorgen voor een stabiel investeringsklimaat. De maatregelen die nu worden voorgesteld verslechteren de betaalbaarheid voor middeninkomens, vooral in de Randstad. Daarnaast neemt de onzekerheid voor studenten toe. Het is beter als de minister de (versnelde) evaluatie van de wet over 2 jaar afwacht en nu wel de fiscale druk voor particuliere beleggers verlicht (aanpassen box3-belasting). Daarmee worden huurders immers niet geraakt.
Voor de bouw van meer middenhuur is het vooral belangrijk dat de Wet Versterking Regie Volkshuisvesting snel wordt aangenomen. Die legt immers vast dat er landelijk, provinciaal en regionaal 2/3 betaalbaar gebouwd moet worden. Ook moet het kabinet haast maken met de in het regeerprogramma toegezegde financiële ondersteuning van woningcorporaties en andere verhuurders bij het realiseren van middenhuur.
