Wanneer er veel blauwalgen in zwemwater zitten, kunnen ze voor overlast (zoals stank) en gezondheidsrisico's (zoals milde huid- en maagdarmklachten) voor zwemmers zorgen. De kwaliteit van water van officiële zwemlocaties moet voldoen aan Europese eisen.
Om de gezondheid van zwemmers op deze zwemlocaties te beschermen, gebruiken waterbeheerders in Nederland daarom het Blauwalgenprotocol. Dit protocol vertelt hen hoe ze zwemlocaties moeten controleren op blauwalgen en welke maatregelen ze moeten nemen. Het Blauwalgenprotocol 2020 doet dit volgens de nieuwste inzichten
Het Blauwalgenprotocol 2020 is een update. De update was nodig omdat er sinds het laatste Blauwalgenprotocol, uit 2012, nieuwe inzichten zijn hoe de aanwezigheid van blauwalgen kan worden gevolgd. Ook wil de overheid de blauwalgenproblematiek in heel Nederland op dezelfde manier aanpakken.
Blauwalgen kunnen soms giftig zijn. Omdat het niet altijd mogelijk is de giftige van de niet-giftige te onderscheiden zijn, gaat het Blauwalgenprotocol 2020 er voor de zekerheid vanuit dat ze allemaal giftig kunnen zijn. Waterbeheerders controleren zwemlocaties door lokaal de situatie te bekijken. Daarna onderzoeken ze het water in het laboratorium. Ze volgen hierbij een verplichte, vaste procedure. Zo wordt vastgesteld hoeveel blauwalgen er in het water zitten en hoe groot het risico is. Waterbeheerders mogen ook extra onderzoek doen als zij dat nodig vinden.
Als het risico bekend is, worden de maatregelen genomen die daarbij horen en worden de zwemmers geïnformeerd. Dit kan een waarschuwing, een negatief zwemadvies of een zwemverbod zijn. Dit wordt ter plaatse aangegeven en op www.zwemwater.nl.
Door het Blauwalgenprotocol 2020 na te leven tijdens het zwemseizoen (1 mei - 1 oktober) voldoet Nederland aan de eisen van de Europese Zwemwaterrichtlijn.