Samen met de Omgevingswet is op 1 januari 2024 de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (hierna: Wkb) in werking getreden. De Wkb heeft als doel om de kwaliteit van bouwwerken in Nederland te verbeteren en brengt ingrijpende veranderingen met zich mee. In deze blog bespreken we de belangrijkste veranderingen en recente ontwikkelingen.
Een van de meest ingrijpende veranderingen is de introductie van kwaliteitsborgers. Dit zijn private toezichthouders die controleren of een bouwwerk voldoet aan de technische vereisten uit het Besluit bouwwerken leefomgeving. De kwaliteitsborgers nemen deze rol over van de gemeente, die voorheen verantwoordelijk was voor de bouwtechnische toetsing. De kwaliteitsborger stelt een borgingsplan op, waarin staat hoe de bouwtechnische voorschriften worden nageleefd en welke maatregelen daarvoor nodig zijn (artikel 3.80 van het Besluit kwaliteit leefomgeving). Aan het einde van de bouw levert de kwaliteitsborger een verklaring af waarin staat dat het bouwwerk voldoet aan alle wettelijke vereisten.
Valt een bouwwerk onder de Wkb dan is geen bouwtechnische omgevingsvergunning meer nodig, een melding bij het bevoegd gezag volstaat dan. Let op: soms zijn er wel andere vergunningen nodig. In het omgevingsplan kan bijvoorbeeld bepaald zijn dat een omgevingsvergunning nodig is en ook als de bouwactiviteit in strijd is met het omgevingsplan is een omgevingsvergunning nodig
Een andere belangrijke verandering is de verhoogde aansprakelijkheid van aannemers. Volgens artikel 7:758, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek blijft de aannemer nu aansprakelijk voor gebreken na oplevering, zelfs als de opdrachtgever ze niet onmiddellijk opmerkt. Dat was vóór de Wkb anders. Toen was de aannemer niet aansprakelijk voor de gebreken die de opdrachtgever ‘redelijkerwijs had moeten ontdekken’ tijdens het moment van oplevering.
Al voor de invoering van de Wkb zijn er verschillende pilotprojecten uitgevoerd. Deze projecten, die onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken vielen, waren bedoeld om te testen hoe het nieuwe stelsel van kwaliteitsborging in de praktijk werkt. Een voorbeeld hiervan is te zien in de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 11 oktober 2024 (ECLI:NL:RBROT:2024:9972). De bouw van een woning werd als proefproject uitgevoerd volgens de regels van de Wkb. Daarom was geen vergunning nodig. Een melding volstond.
De Wkb wordt stap voor stap ingevoerd. Op dit moment geldt de wet alleen voor nieuwbouw in ‘gevolgklasse 1’. Dit zijn bouwwerken waarvoor, relatief gezien, beperkte risico’s gelden zoals eengezinswoningen en kleine bedrijfspanden. Op termijn zal de Wkb ook gaan gelden voor bouwwerken in ‘gevolgklasse 2 en 3’. Hieronder vallen bijvoorbeeld ziekenhuizen en monumenten, omdat voor deze bouwwerken de risico’s groter zijn.
Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de Wkb vanaf 1 januari 2025 ook zou gelden voor verbouwprojecten. De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft aangekondigd binnenkort te beslissen over een mogelijke invoering voor verbouw per 1 juli 2025.
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen heeft als doel om de bouwkwaliteit in Nederland te verbeteren. Door de introductie van private kwaliteitsborgers en een verhoogde aansprakelijkheid voor aannemers wordt de verantwoordelijkheid voor bouwkwaliteit meer bij de sector zelf gelegd. De Wkb die nu gedeeltelijk is ingevoerd, wordt de komende periode gefaseerd verder ingevoerd.