Op 1 februari kondigde Hugo de Jonge aan dat de Omgevingswet niet per 1 juli 2022 in werking zal treden. 1 oktober 2022 en 1 januari 2023 worden reeds genoemd als mogelijke nieuwe data voor inwerkingtreding. Dit uitstel geeft professionals binnen het omgevingsdomein nog de tijd om een opleiding te volgen waarbij ook aandacht is voor de ''soft skills'' die nodig zijn om de Omgevingswet ten volle te kunnen benutten, goed uit te kunnen voeren en om op de vele veranderingen in de samenleving in te kunnen spelen. Kortom: om zich te ontwikkelen tot een veelzijdige omgevingsadviseur. Martine de Jong schreef een stuk over ‘Jouw persoonlijke handtekening op de Omgevingswet’, met aandacht voor de mensen voor wie de wet van toepassing is én de mensen die de wet toepassen.
In de media gaat het de vaak over de tanden en de kaken die de Omgevingswet wel of niet zou hebben voor een steviger optreden van de (Rijks)overheid. Want er is nu meer steun voor centrale overheidssturing dan ten tijde van het maken van de wet. Tegelijkertijd is de roep om als overheid dichter bij de samenleving te staan onverminderd groot. De toeslagenaffaire, het stikstofbeleid en de coronamaatregelen laten die spanning ook zien. Enerzijds wordt er gevraagd om stevige overheidsregie, anderzijds is er een sterke behoefte aan meer vrijheid en maatwerk. In dit verhaal schets ik dat de Omgevingswet beide kan bieden. Maar zoals bij elke wet – en vooral bij een wet die ruimte laat – zijn de mogelijkheden vooral afhankelijk van degene die de wet uitlegt en toepast.
Met de Omgevingswet is het de bedoeling dat mensen meer vanuit de bedoeling werken. Dat betekent dat de regels vrijer geïnterpreteerd kunnen worden zolang ze het achterliggende doel dienen. Gebiedsgericht en opgavegericht werken zijn door de Omgevingswet dan ook nog populairder geworden. En opgaven houden zich niet aan de door ons gemaakte grenzen tussen sectoren en organisaties. Het aanpakken vraagt een stevige samenwerking tussen de disciplines en teams in de eigen organisatie, en een stevige samenwerking met alle betrokken partijen en personen buiten de organisatie. Hierdoor werken steeds meer professionals op en over grenzen, met één been in het eigen team en de eigen organisatie en één been erbuiten.
In dat grensgebied kunnen niet de regels en werkwijzen van één team, discipline of organisatie als leidend worden beschouwd. Het zijn de mensen die daar samen een manier moeten vinden om met alle – niet zelden tegenstrijdige – belangen, kaders en werkwijzen van publieke, private en maatschappelijke partijen om te gaan. Deze grenswerkers zijn met hun persoonlijkheid, houding en gedrag hun eigen instrument. Doordat de Omgevingswet minder regels en meer mogelijkheden biedt is het ook belangrijker om te weten waar je zelf voor staat. Wie ben jij, wat wil jij en wat kun jij? Wat is jouw morele kompas? Zelfbewustzijn en zelfreflectie zijn binnen de overheid echter niet altijd gestimuleerd, omdat de systemen en de hiërarchie vaak al veel voorschrijven. Gedrag is als het ware ‘gescript’. Maar zonder gezond verstand, kritisch vermogen en lef om iets anders te vinden en te doen, verwordt het script tot een doel in plaats van een middel. En dat geldt voor zowel de professionals als de gebruikers.
Bewust handelen is dan ook de sleutel om succesvol uitvoering te geven aan de Omgevingswet. Daarbij kun je jezelf niet uitzetten, maar wel effectiever inzetten. Ik heb daarom vijf ‘signaturen voor samenwerking’ ontwikkeld voor iedereen die over grenzen samen werkt. Dit zijn de ‘gezaghebbende onderhandelaar’, ‘grondige ontwerper’, ‘betrokken relatiebouwer’, ‘gedreven voorvechter’ en ‘vindingrijke vormer’. Elke signatuur staat voor een ander repertoire en zegt iets over het specifieke vakmanschap van een grenswerker. Het is de handtekening die hij of zij achterlaat op een samenwerkingsproces. De ene signatuur is niet beter dan de andere, maar kan wel effectiever zijn in de ene situatie dan in de andere. Voor het werken op de grens heb je dus meerdere signaturen in je bagage nodig om succesvol zijn. Hieronder licht ik per signatuur één competentie uit die cruciaal is om de invoering van de Omgevingswet te laten slagen, maar nog niet altijd sterk is ontwikkeld in en door overheidsorganisaties.
Gezaghebbende Onderhandelaar: Aanpassingsvermogen
Het afgelopen jaar heeft het ons extra doen beseffen: De veranderingen in de samenleving volgen elkaar snel op. Mede daarom heeft de Omgevingswet tot doel om de besluitvorming te versnellen. Dit vraagt het kunnen beslissen met de (on)zekerheden van dat moment en een sterk gevoel voor timing. De effecten van keuzes zijn soms lastig in te schatten en vragen om continue monitoring, zeker bij open normen en meer bewonersinitiatieven. Het aanpassingsvermogen van zowel professionals als gebruikers, door telkens vanuit de nieuwe situatie inschattingen te maken en de kansen te pakken wanneer ze zich voordoen, bepaalt hun effectiviteit.
Grondige Ontwerper: Ontrafelvermogen
Naast het sneller besluiten en eenvoudiger maken heeft de wet ook tot doel om alles in samenhang te beschouwen voor integrale oplossingen. Wat is dan de reikwijdte van die integraliteit? Welke disciplines, partijen en activiteiten moeten betrokken worden? We spreken ook vaak over (mee)koppelkansen om op meerdere vlakken effect te bereiken. Dit is een verantwoordelijkheid van de inhoudelijk(e) trekker(s) als ook van de mogelijk te koppelen partijen en personen. De samenhang zien en kunnen integreren is hiervoor belangrijk, maar even zo het goed kunnen afbakenen en prioriteren om het werk behapbaar te houden en niet te verzanden in de veelheid. Dit ontrafelvermogen helpt bij het ordenen en om wanneer nodig juist in te zoomen of uit te zoomen.
Betrokken relatiebouwer: Inlevingsvermogen
Initiatieven mogelijk maken en disciplines en partijen samenbrengen begint bij nieuwsgierigheid, luisteren naar de omgeving en begrip hebben voor anderen en andere belangen. Met de Omgevingswet zullen publieke, private en maatschappelijke partijen meer vanuit elkaars positie moeten kunnen denken. Dat vraagt ook vertrouwen van de overheid in de burger en andersom. Allemaal hebben we met de wet een zorgplicht voor de fysieke omgeving en elkaar nodig om deze uit te voeren. Met inlevingsvermogen kunnen we ons beter voorstellen hoe het is om in de schoenen van de ander te staan en betere oplossingen bedenken.
Gedreven Voorvechter: Vertelvermogen
Met de Omgevingswet en vooral ook de Omgevingsvisie staan de maatschappelijke opgaven en de gewenste toekomst voor een gebied centraal. Dat vraagt om visionair kunnen denken, consistent handelen in lijn met die visie en om een lange termijn perspectief. En dus ook om het goed kunnen overbrengen van het waarom door anderen op een aansprekende manier meenemen in de toekomst. Zodat zij er ook zin in krijgen en gemotiveerd zijn om bij te dragen aan maatschappelijk belangrijke transities. Zowel professionals als initiatiefnemers moeten in staat zijn om een activerend verhaal te kunnen vertellen als kompas voor ontwikkelingen.
Vindingrijke vormer: Rebelvermogen
Ook al wil de Omgevingswet ruimte bieden en een verandering te weeg brengen, de gebruikelijke manier van werken zal makkelijker zijn dan een nieuwe. Routines zijn belangrijk om efficiënt te werken, maar maken ook dat we situaties minder bevragen. Het vereist lef om ergens tegenin te gaan of een afwijkende opvatting in te brengen. Des te belangrijker om tegenspraak te organiseren en er expliciet toe uit te nodigen. Niet alleen vanuit de democratische verantwoordelijkheid van overheden, maar ook vanuit de verantwoordelijkheid van initiatiefnemers voor een goed participatieproces. De botsproeven bij het maken van de Omgevingswet waren hier een mooi voorbeeld van. Wanneer rebelvermogen meer wordt gewaardeerd als competentie zal het ook makkelijker te ontwikkelen zijn.
De vijf bovenstaande competenties van aanpassingsvermogen, ontrafelvermogen, inlevingsvermogen, vertelvermogen en rebelvermogen, zijn net als de doelen van de Omgevingswet soms tegenstrijdig, maar allemaal nodig om de invoering tot een succes te maken. Dus beste lezer, professional, initiatiefnemer, bewoner, het is aan jou. Spreek je leervermogen aan. Pas je aan, leef je in, ontrafel, vertel en rebelleer. Daag jezelf en de mensen om je heen kortom uit voor een verbreding van je repertoire en waardeer de verschillen. Door bewust te handelen ondertekent ieder de Omgevingswet op zijn eigen manier en bekrachtigd samen het effect op onze leefomgeving.
Online thuis in uw eigen tempo leren over de veranderopgave van de Omgevingswet? Dan is de E-cursus Samenwerken onder de Omgevingswet misschien iets voor u.
Daarnaast kunt u ook de opleiding tot Omgevingsadviseur volgen. De opleiding wordt aangeboden door Berghauser Pont Academy in samenwerking met Twynstra Gudde, en bestaat uit 6 dagen.