Een argument dat overtreders vaak aanvoeren is: waarom wordt er bij mij wel gehandhaafd en bij X, die een vergelijkbare overtreding pleegt, niet?
Een beroep op het gelijkheidsbeginsel dus. In ABRvS ECLI:NL:RVS:2023:3915 wordt over een dergelijke kwestie uitspraak gedaan. B & W heeft appellant lasten onder dwangsom opgelegd wegens strijdigheid met het bestemmingsplan, bestaande uit het aanwezig zijn van een verharding en de opslag van spullen. Aan de overzijde van de straat waar appellant woont ligt een groenstrook. Een van deze percelen heeft appellant in eigendom. Dit perceel wordt door appellant ook gebruikt voor de opslag van voorwerpen, stoffen en producten. Ook zijn er in de loop der jaren verschillende verhardingen aangelegd.
Op het perceel geldt het bestemmingsplan "Heerlerheide Zuid", vastgesteld op 6 januari 2015. Aan deze gronden is de bestemming "Groen" en onder meer de dubbelbestemming "Waarde - Cultuurhistorie" toegekend. Appellant betoogt verder dat de rechtbank heeft miskend dat het college in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld. Appellant stelt dat het college in gelijke gevallen niet handhavend heeft opgetreden.
Geen sprake is van rechtens vergelijkbare gevallen die op ongelijke wijze zijn behandeld. Daarbij is van belang dat in de gemeente ook andere percelen in strijd met het bestemmingsplan worden gebruikt voor de opslag van voorwerpen, stoffen en producten en het aanleggen van een verharding, maar dat niet bij alle andere gevallen die appellant naar voren heeft gebracht ook de dubbelbestemming "Waarde - Cultuurhistorie" aan de betreffende gronden is toegekend. Voor zover appellant gevallen heeft genoemd waarbij dit wel het geval is, heeft het college toegelicht dat gevallen waarbij door een derde is verzocht daartegen handhavend op te treden - zoals in het onderhavige geval - prioriteit hebben. De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze prioritering in het handhavingsbeleid niet onaanvaardbaar is (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 2 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2972). Gelet op het vorenstaande kunnen naar het oordeel van de voorzieningenrechter de door appellant bedoelde gevallen niet met het voorliggende geval op één lijn worden geplaatst. Geen sprake van strijdigheid met het gelijkheidsbeginsel.
Een beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagde bijv. wel in de uitspraak ABRvS 6 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:694 over fruitstalletjes langs wegen die onder verschillende bestemmingsplannen vielen. Alleen de omstandigheid dat het perceel de bestemming "Verkeer" heeft en in een ander bestemmingsplan is gelegen dan de andere aangehaalde gevallen maakt niet dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet kan slagen. In de uitspraak van 2023 was echter ook sprake van prioriteringsbeleid en een HH-verzoek. Wie meer wil lezen over prioriteringsbeleid in relatie tot de beginselplicht tot handhaving: zie dit artikel.