Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Het provinciaal belang onder de Omgevingswet

Onder de huidige wetgeving wordt aangenomen dat de provincie zelf kan bepalen welke belangen van provinciaal belang zijn en daarmee belangen zijn die de provincie kan behartigen. De vraag is of dit onder de Omgevingswet wijzigt en wanneer de provincie mag ingrijpen in de gemeentelijke taken die onder de Omgevingswet aan de gemeente zijn opgedragen.

13 juli 2021

Artikelen

Artikelen

In het navolgende wordt beschreven dat de Omgevingswet in principe de zorg voor de fysieke leefomgeving aan de gemeente heeft toebedeeld. Wil de provincie gebruikmaken van bevoegdheden uit de Omgevingswet, dan moet worden voldaan aan de eisen die zijn opgenomen in art. 2.3 lid 2 Omgevingswet, waarin is bepaald dat de provincie een taak of bevoegdheid kan uitoefenen indien sprake is van een provinciaal belang en dat belang niet op een doelmatige of doeltreffende manier door de gemeente kan worden uitgevoerd. Het subsidiariteitsbeginsel dwingt verder tot afweging en een motiveringsplicht waarom de taak of bevoegdheid doelmatiger door de provincie dan door de gemeente kan worden uitgeoefend.

In de memorie van toelichting is bewust geen definitie gegeven van een provinciaal belang. Of een bepaald onderwerp als een provinciaal of nationaal belang kan worden aangemerkt, is afhankelijk van de bestuurlijke context op een bepaald moment.

Uit de memorie van toelichting volgt dat de onderwerpen die als provinciaal belang worden aangemerkt, kunnen worden vastgelegd in een beleidsnota, een omgevingsvisie of een programma. Vereist is dit echter niet. Ook op andere wijzen kan blijken van een provinciaal belang.

De memorie van toelichting noemt een aantal gevallen dat een provinciaal zouden kunnen zijn. Daarnaast kan op basis van de jurisprudentie die onder de Wet ruimtelijke ordening is gewezen over het provinciaal belang een indicatie worden verkregen van de onderwerpen die onder de Omgevingswet ook als provinciaal belang zouden kunnen worden aangewezen. Daaruit volgt dat een groot scala aan onderwerpen door de hoogste bestuursrechter, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, zijn beoordeeld en vrijwel allemaal als provinciaal belang onder de Wet ruimtelijke ordening zijn geaccepteerd. De bestuursrechters toetsen slechts marginaal of er een provinciaal belang aanwezig is, namelijk of ‘in redelijkheid’ is besloten tot het aanmerken van een onderwerp als provinciaal belang.

Belangrijk is verder dat niet is vereist dat de aanwezigheid van een provinciaal belang voorafgaand aan de inzet van de bevoegdheid is vastgelegd in een beleidsnota, een omgevingsvisie of een programma. Echter, het is wel noodzakelijk om de gevallen van een provinciaal belang waarin Gedeputeerde Staten gebruik zullen maken van de bevoegdheid van advies en instemming bij een omgevingsplanactiviteit (een afwijking van omgevingsplan) in een openbaar gemaakt document vast te stellen. Daarnaast moeten de gevallen waarin Gedeputeerde Staten gebruik maken van de reactieve bevoegdheden bij het omgevingsplan worden aangewezen in een openbaar gemaakt document.

In het navolgende wordt eerst een korte beschrijving van het wettelijk kader gegeven (paragraaf 1). Daarna wordt ingegaan op de uitleg van het begrip ‘provinciaal belang’ in de memorie van toelichting bij de Omgevingswet (paragraaf 2). Vervolgens wordt in paragraaf 3 de huidige jurisprudentie met betrekking tot het begrip ‘provinciaal belang’ onder de Wet ruimtelijke ordening beschreven. Tot slot worden in paragraaf 4 conclusies getrokken over de omvang van het begrip ‘provinciaal belang’ onder de Omgevingswet.

Lees hier de volledige publicatie ‘Het provinciaal belang onder de Omgevingswet’

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.