De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van asbest in bulkgoederen en naar de werkwijze van in Nederland gevestigde bedrijven die daarin handelen. In de periode 2020 - 2021 zijn 12 bedrijven onderzocht; de inspectie trof in geen van de genomen monsters asbest aan.
Aanleiding voor het onderzoek waren signalen dat er mogelijk asbest aanwezig was in bulkgoederen. Dit zijn stoffen zoals olivijn, talk en steenmeel waarin van nature asbest aanwezig kan zijn. Olivijnzand wordt gebruikt om bijvoorbeeld langs spoorwegen CO2 af te vangen en steenmeel om de bodem in natuurgebieden te bemesten. Talk wordt met name gebruikt als grondstof in de chemische industrie en ook voor een klein percentage in cosmetica.
Alle onderzochte bedrijven, importeurs en handelaren, blijken zich bewust van de gevaren van asbest. Tevens hebben ze een ‘acceptatieprocedure’ waarin is opgenomen dat de bulkgoederen geen asbest mogen bevatten. De bezochte importeurs stellen als voorwaarde dat de leverancier grondstoffen bemonstert voorafgaand aan verscheping naar Europa. Daarnaast bemonsteren zij ook zelf de ontvangen partijen. Tot slot konden alle bedrijven negatieve analyseresultaten van de partijen die ze op voorraad hadden tonen aan de ILT.
Tijdens dit onderzoek meldt een Nederlandse importeur bij de ILT dat de aan hem geleverde talk niet voldoet aan de vooraf door hem opgegeven samenstelling. Er zit tot 350 mg/kg asbest in de talk. Na monstername in Nederland door de importeur zelf bleek dat de samenstelling van de geleverde partij niet voldeed aan de vooraf in het land van herkomst gedane monstername. Omdat de zending niet voldeed aan de specificaties, heeft de importeur de partij retour gestuurd naar de leverancier. De ILT heeft contact gezocht met de betreffende autoriteiten en aangedrongen op terugname van deze partij. Een deel van de partij kon niet worden teruggestuurd omdat dit was gestort op het terrein van de importeur. Deze hoeveelheid talk is afgevoerd naar een stortplaats in Nederland. De importeur was al in eerder stadium van het onderzoek bezocht; toen stelde de ILT vast dat er geen asbest in de importgoederen zat.
De ILT houdt toezicht op asbest op basis van de REACH-verordening. Dit is het wettelijk kader voor de import van en handel in grondstoffen in de EU. In REACH is vastgelegd dat indien asbest niet opzettelijk is toegevoegd aan een mengsel of voorwerp er geen concentratienorm is voor asbest in de grondstof. Dit is een onwenselijke situatie; de staatssecretaris van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is daarom een overleg met de Europese Commissie gestart om te bezien hoe dit kan worden opgelost. De Tweede Kamer is in december 2021 geïnformeerd over deze kwestie.
De ILT ziet er op toe dat asbest dat in het verleden is gebruikt in de industrie, schepen, treinen, wegen et cetera door partijen op een veilige manier wordt verwijderd en afgevoerd. En ook dat het niet opnieuw wordt gebruikt of doorgegeven aan anderen. Om te voorkomen dat er nieuwe asbesthoudende producten en mengsels op de markt komen, houdt de ILT ook toezicht op het import- en handelsverbod.