Staatssecretaris Heijnen (ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) trekt de komende jaren 16 miljoen euro uit voor de aanpak van asbestverontreiniging in de bodem in Oost-Twente, in het gebied rond de voormalige Eternitfabriek.
Het ministerie, de provincie Overijssel en de gemeenten Borne, Haaksbergen, Hellendoorn, Hof van Twente, Rijssen-Holten, Twenterand en Wierden hebben daar afspraken over gemaakt. Uiterlijk 2030 moet de meest omvangrijke bodemverontreiniging met asbest vanuit de asbestindustrie in ons land zijn aangepakt.
Tot 1993 produceerde de Eternitfabriek in Goor producten met asbest. Medewerkers van de fabriek mochten gratis het losse asbestafval ophalen en gebruikten dit onder andere in hun tuinen, maar het werd ook gebruikt als ondergrond voor wegen.
De afgelopen jaren is op bijna 1250 openbare plekken in de betreffende gemeenten, zoals campings, sportterreinen en speeltuinen, de verontreiniging opgespoord en zo nodig verwijderd. De aandacht gaat nu verschuiven naar tuinen bij woningen in de zeven gemeenten.
Huiseigenaren kunnen gratis meedoen aan bodemonderzoek, zij worden daarvoor benaderd door het Projectbureau BAS dat de werkzaamheden coördineert. Er worden grondboringen gedaan die geanalyseerd worden in een laboratorium. Zit er asbest in de bodem, dan wordt dat opgeruimd.
De kosten komen voor rekening van de overheid. Eventuele herinrichtingkosten voor de tuin zijn voor rekening van de huiseigenaar. Ook lokale overheden en bijvoorbeeld projectontwikkelaars betalen mee aan het opruimen van asbest in de bodem in geval van ontwikkeling, bijvoorbeeld woningbouw of bij werkzaamheden met betrekking tot de infrastructuur.
