Alle Nederlandse gemeenten moeten in 2026 een warmteprogramma opstellen. We zien dat de focus in deze programma’s nu vooral nog ligt op warmte vasthouden in de winter. Maar tijdens onze zomers krijgen we steeds vaker te maken met langere en hetere hittegolven, dus is het belangrijk dat gemeenten in hun warmteprogramma ook rekening houden met de koeltevraag. Onze handreiking ‘Koelte in het warmteprogramma’ beschrijft in duidelijke stappen hoe gemeenten deze koeltevraag kunnen meenemen in hun programma. TAUW heeft deze handreiking samen met CE Delft geschreven en deze onlangs, samen met Klimaatverbond Nederland en de gemeente Amsterdam, in een webinar gepresenteerd.
Ons klimaat warmt snel op en de koelbehoefte daarmee ook: in een dichtbebouwde omgeving kan in de zomer de temperatuur 4 tot 7 graden Celsius warmer zijn dan in groenere – en dus koelere – wijken. De hitte blijft vaak in gebouwen hangen en vormt een risico voor de gezondheid van kwetsbare groepen, zoals ouderen.
In de handreiking maken we onderscheid tussen drie ambitieniveaus: brons, zilver en goud.
Het bronzen niveau bestaat uit no-regret maatregelen, zoals vaststellen in welke wijken hitte een probleem vormt en dit te benoemen in het warmteprogramma.
Bij het zilveren niveau neem je hitte in de woning als afweging mee bij het maken van keuzes in het warmteprogramma.
Bij het gouden niveau wordt de toenemende koeltevraag en het risico op hitte integraal meegenomen in de modelberekeningen.
Met deze handreiking krijgen professionals in de warmtetransitie praktische handvaten om de koeltevraag mee te nemen in het warmteprogramma, zoals voorgeschreven stukken tekst die meteen in het warmteprogramma opgenomen kunnen worden (niveau brons) of een afwegingskader (niveau zilver).
Download hier de handreiking.