In Nederland is de concentratie radon in de meeste woningen en gebouwen laag. Dat komt door de samenstelling van de bodem. Op een aantal bijzondere werkplekken, zoals in mergelgrotten en bij drinkwaterbedrijven, kan er meer radon in de lucht zitten. De blootstelling van werknemers aan radon kan hier hoger zijn dan op andere werkplekken. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW(Sociale zaken en werkgelegenheid)) kan bepalen of extra maatregelen op deze werkplekken nodig zijn.
Radon is een radioactief gas dat van nature vrijkomt uit de bodem en bodemstoffen. Bijvoorbeeld uit bouwmaterialen of grondwater. Als er veel radon vrijkomt en te weinig wordt geventileerd, kan de radonconcentratie in een ruimte hoog worden. Mensen die jarenlang blootstaan aan hoge radonconcentraties, hebben een grotere kans om longkanker te krijgen. Deze kans is voor rokers veel groter dan voor niet-rokers.
Het RIVM heeft de radonconcentraties gemeten in 7 mergelgrotten in Zuid-Limburg en bij 65 productiestations voor drinkwaterzuivering. In grotten komt radon van nature vrij en is er weinig ventilatie. Bij productiestations komt er radon vrij bij het zuiveren van water. Het RIVM heeft deze meetwaarden vergeleken met het referentieniveau. Overschrijding van deze concentratie moet zo veel mogelijk worden voorkomen. Het RIVM maakte een schatting van de blootstelling aan radon voor werknemers. De radonconcentraties op deze plekken hebben geen gevolgen voor bezoekers van de mergelgrotten. Ook is kraanwater veilig om te drinken.
In bijna alle onderzochte mergelgrotten waren de gemeten concentraties hoger dan het referentieniveau. Bij de drinkwaterbedrijven was dat bij ongeveer een derde van de metingen zo. Op plaatsen met een hoge radonconcentratie zijn medewerkers meestal niet fulltime aanwezig. Ze geven bijvoorbeeld een rondleiding in de grotten of komen voor onderhoud bij de productiestations. Daarom is de blootstelling van de meeste werknemers aan radon naar schatting laag.
Voor bijna 30 procent van de werknemers is de blootstelling naar verhouding hoog. Dat wil zeggen hoger dan het geval zou zijn als zij fulltime werken bij het referentieniveau. De blootstelling aan radon van deze werknemers is te vergelijken met werknemers die via andere beroepen blootstaan aan straling van andere bronnen, zoals ziekenhuispersoneel of piloten.
Europese lidstaten moeten een actieprogramma voor radon hebben, om gezondheidseffecten zo veel mogelijk te beperken. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW(Sociale zaken en werkgelegenheid)) kan in dit actieplan werkplekken in mergelgrotten en bij drinkwaterbedrijven aanwijzen als ‘specifieke werkplek’. Het ministerie kan dan maatregelen opleggen voor deze werkplekken. Is de concentratie hoger dan het referentieniveau, dan moet de werkgever maatregelen treffen om de blootstelling van werknemers aan radon te verlagen.
Het RIVM deed dit onderzoek in opdracht van het ministerie van SZW. In 2016 deed het RIVM voor het eerst radonmetingen op werkplekken. Daaruit bleek dat er meer onderzoek nodig was in mergelgrotten en drinkwaterstations. Daarvan beschrijft dit rapport de resultaten. Vervolgonderzoek is nog mogelijk. Nog niet op alle locaties zijn metingen gedaan. Ook kan nog onderzoek gedaan worden naar de blootstelling van individuele werknemers of het verlagen van de blootstelling.