Sinds de invoering van de Omgevingswet is de regeling voor voormalige bedrijfswoningen, ook wel bekend als plattelandswoningen, uitgebreid. We leggen graag uit wat de nieuwe regels betekenen en welke mogelijkheden dit biedt.
Een voormalige bedrijfswoning was oorspronkelijk verbonden aan een bedrijf, maar mag gebruikt worden als woonhuis voor mensen zonder binding met dat bedrijf. Vroeger waren deze regels beperkt tot agrarische bedrijfswoningen, maar de Omgevingswet maakt het nu mogelijk om ook bedrijfswoningen bij horecagelegenheden en bedrijventerreinen in gebruik te nemen als voormalige bedrijfswoningen.
De regeling is ontstaan uit de behoefte om de leegstand van bedrijfswoningen te beperken en bewoners een woonoptie te bieden. Sinds 2013 bestond de mogelijk om na verleende vergunning agrarische bedrijfswoningen te laten bewonen door mensen zonder functionele binding met het bedrijf. De functie als plattelandswoning voorkomt dat de bedrijfsvoering van het bedrijf waar de woning oorspronkelijk verstoort wordt. Met de Omgevingswet is deze regeling verder uitgebreid en komen andere type bedrijven in aanmerking voor de regeling.
Met de nieuwe Omgevingswet is de regeling voor plattelandswoningen uitgebreid met voormalige bedrijfswoningen bij horecagelegenheden en voormalige bedrijfswoningen gelegen op een bedrijventerrein. Bij beoordeling of sprake is van een goed woon- en leefklimaat voor wat betreft geluid, trillingen, slagschaduw en geur hoeft het bedrijf waar de woning bij hoorde niet meegenomen te worden. Het begrip 'bedrijventerrein' is in de landelijke regeling ongedefinieerd, waarmee ruimte voor interpretatie ontstaat.