De gemeente Leidschendam-Voorburg ontwikkelde een voorbeeld voor het opnemen van een gebiedsontwikkeling in de transitiefase van TAM-IMRO naar STOP-TPOD. Het betreft een fictieve casus: de ontwikkeling van een appartementencomplex met 10 woningen aan de Aart van der Leeuwkade 14.

Dit voorbeeld laat zien hoe gemeenten de overgang kunnen maken naar STOP/TPOD, op een manier die aansluit bij hun bestaande werkwijze. De gekozen aanpak kan gezien worden als een instapmodel: het is 1 van de manieren om gebiedsontwikkeling mogelijk te maken met een transitiehoofdstuk. Zie het als een startpunt om te leren en verder te bouwen.
Belangrijke kenmerken:
Er is rekening gehouden met de bruidsschat. Daardoor is een voorrangsbepaling niet nodig.
De pons is toegepast. Alle regels die nodig zijn voor de gebiedsontwikkeling zijn opgenomen in het transitiehoofdstuk. Het bestemmingsplan voor de locatie kan hierdoor vervallen. In het besluit is een voorbeeldpons opgenomen, maar niet daadwerkelijk toegepast. Het is immers een oefenplan.
De regels gelden specifiek voor de Aart van der Leeuwkade 14 en zijn voorzien van annotaties voor de locaties en gebiedsaanwijzingen.
De voormalige binnenplanse afwijking is opgenomen als beoordelingsregel , als aanvulling op artikel 22.29 eerste lid, aanhef en onder a, van de bruidsschat.
Veel regels zijn herbruikbaar bij een volgende gebiedsontwikkelingen. Een aantal van de regels over activiteiten kunnen beter generiek in het integrale omgevingsplan worden opgenomen. Denk aan regels voor verkeer, groen, archeologie, woningsplitsing, terrassen en beroep en bedrijf aan huis.
Dit voorbeeld biedt een laagdrempelige manier om te oefenen met het werken in STOP/TPOD, en om ervaring op te doen met annoteren en het schrijven van regels.
Het resultaat is een opzet waarin:
gemeenten op een vertrouwde manier hun eerste gebiedsontwikkeling in STOP/TPOD kunnen vormgeven.
geoefend kan worden met plansoftware en publicatieprocessen.
inzicht ontstaat in welke regels generiek kunnen worden vastgelegd in het integrale omgevingsplan om herhaling te voorkomen.
