Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Rotterdamwet schaadt wel degelijk: wel stigma’s en lagere huizenprijzen, geen verbetering leefbaarheid

De Rotterdamwet moet de leefbaarheid in kwetsbare gebieden verbeteren, maar werkt in de praktijk juist averechts: de gebieden krijgen een slechtere reputatie en huizenprijzen dalen. Dat toont onderzoek door hoogleraren Hans Koster en Jos van Ommeren . Het onderzoek is het zoveelste bewijs dat de controversiële wet meer schade doet dan goed.

19 januari 2024

Artikelen

Artikelen

De Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek, ofwel de Rotterdamwet, leidt niet tot een wezenlijk andere demografische samenstelling van buurten. Tegelijkertijd dalen de woningprijzen in de gebieden na aankondiging van het gebruik van de wet met 3 tot 5 procent. In omliggende buurten die geen Wbmgp-stempel hebben gebeurt dit niet, wat wijst op mogelijke stigmavorming. Dat concluderen hoogleraren Hans Koster en Jos van Ommeren van de Vrije Universiteit in hun onderzoek Neighbourhood stigma and place-based policies?.

“Met invoering van de Rotterdamwet willen beleidsmakers laten zien dat ze iets aan de leefbaarheid doen. Het geeft een gevoel van controle, waarbij vaak ‘baat het niet dan schaadt het niet’ wordt gedacht”, zegt Koster tegen PONT | Omgeving. “Maar ons onderzoek toont empirisch aan dat toepassing van de Rotterdamwet wel degelijk schaadt. Door stigmavorming, wat doorwerkt in woningprijzen.”

De vermoedelijke stigmavorming komt deels door nieuwsmedia: die schrijven in hun artikelen over welke buurten en straten de ‘slechtste’ van de stad zijn, zegt Koster. Verder geldt dat toepassing van de wet openbare informatie is. Koster: “Als je door de buurten loopt, zie je misschien niet welke straten wel onder de Wbmpg vallen en welke niet. Maar mensen die een woning willen kopen, zoeken die informatie op.”

Geen hogere inkomens en opleidingen

Even een spoedcursus Rotterdamwet: met de wet kunnen gemeenten sociale huurwoningen selectief toewijzen aan huurders als de bestaanszekerheid, de leefbaarheid of de veiligheid in aangewezen gebieden onder druk staan. Woningzoekenden kunnen geweigerd worden op basis van inkomen uit werk, crimineel verleden of overlastgevend gedrag.

De bevolkingssamenstelling in de Wbmpg-gebieden verandert dus wel, maar dit is een ‘mechanisch effect’, schrijven Koster en Van Ommeren. Dat zit zo: met de Wbmpg kunnen gemeenten mensen met een bijstandsuitkering weren, dus komen er minder werkloze mensen in de gebieden. Maar dat is een direct gevolg van de wet, en geen breder effect. Demografische veranderingen die wel op een bredere verbetering van een gebied wijzen, zoals hogere inkomens of hogere opleidingsniveaus, blijven uit. Dat geldt voor zowel nieuwe als oude bewoners.

Omgekeerde effecten

De bedoeling is juist dat de Rotterdamwet de leefbaarheid in de aangewezen gebieden vergroot. Met het weren van bepaalde groepen woningzoekenden voorkom je concentraties kwetsbare mensen waardoor het gebied niet overbelast raakt, is het idee. Dat zou de leefbaarheid ten goede moeten komen. Trek je die lijn door, dan zou toepassing van de Rotterdamwet juist voor een beter imago en dus hogere woningprijzen moeten zorgen. Beide effecten blijven in de praktijk uit, toont het onderzoek: de demografische samenstelling van de buurt verandert amper, en prijseffecten zijn juist negatief.

Het vermoeden dat de Rotterdamwet voor stigmavorming zorgt, is niet nieuw. Matthijs Uyterlinde, onderzoeker aan het Verwey-Jonker Instituut, wees er bijvoorbeeld in 2021 al op. “De gemeenteraad neemt het besluit [om de Wbmpg toe te passen in een gebied, red.], waarmee dit automatisch openbare informatie is. Dat kan juist voor stigmatisering van de wijk zorgen. Je maakt een wijk zo minder aantrekkelijk voor potentiële bewoners met een grotere beurs, of voor investeerders. Daarmee kan de Rotterdamwet dus juist averechts werken”, aldus de onderzoeker destijds.

Empirische onderbouwing voor dit vermoeden ontbrak echter. Door te kijken naar veranderingen van de waardes van woningen in Wbmpg-gebieden en vergelijkbare woningen in de buurt, bieden Koster en Van Ommeren die onderbouwing nu voor het eerst. De onderzoekers presenteren meerdere mogelijke verklaringen voor de prijsverschillen, en concluderen dat stigmavorming de meest aannemelijke is.

Botst met mensenrechten

Het nieuwe onderzoek biedt het zoveelste bewijs dat de Rotterdamwet meer schade doet dan goed. Een positief effect werd in studies door bijvoorbeeld de UvA, TwynstraGudde en Rigo Research en Advies nooit empirisch aangetoond, doordat in de betreffende wijken altijd sprake is van stapeling van beleid.

Daar staat tegenover dat de wet op zeer gespannen voet staat met mensenrechten. Hij botst met het recht op wonen, beperkt de vrijheid van vestiging en is (indirect) discriminerend doordat mensen met een migratieachtergrond onevenredig vaak geweigerd worden uit de aangewezen gebieden. “Discriminerend beleid voeren voor bepaalde wijken is onverdedigbaar. Het is compleet onverenigbaar met mensenrechten. Dat geldt voor directe discriminatie, maar ook voor indirecte”, zei de VN-rapporteur recht op wonen er laatst nog over bij zijn bezoek aan Nederland.

Minister De Jonge wil wet juist uitbreiden

De kritiek op de Rotterdamwet lijkt aan dovemansoren gericht. Directeur van het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid Marco Pastors zei deze week nog op Radio 1 dat de wet “zeer gewenst” is. En ondanks het opstapelende bewijs dat de wet niet werkt, wil minister Hugo de Jonge van BZK hem uitbreiden, schreef hij eind 2023 in een Kamerbrief.

Hij wil gemeenten de facto meer middelen geven om bepaalde groepen woningzoekenden te weren. Of de plannen daadwerkelijk doorgang vinden, is onzeker. Mensenrechtenjurist Jan de Vries voorspelde eerder tegen PONT | Omgeving: “De Raad van State zal gehakt maken van deze uitbreiding.”

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.