Tijdelijk uitnemen is het uitnemen van mijnsteen of vermengde mijnsteen uit de bodem, waarna die mijnsteen of vermengde mijnsteen zonder te zijn bewerkt onder dezelfde omstandigheden weer wordt teruggebracht op of in de bodem. In het Bal is een uitzondering opgenomen voor het tijdelijk uitnemen van mijnsteen of vermengde mijnsteen. Hierdoor gelden de regels voor het toepassen van mijnsteen of vermengde mijnsteen bij het terugplaatsen niet.
Het terugplaatsen van mijnsteen of vermengde mijnsteen na het tijdelijk uitnemen, is geen nieuwe toepassing. Daarom gelden hier niet de regels uit de milieubelastende activiteit Toepassen van mijnsteen of vermengde mijnsteen. Dat betekent dat voor het terugplaatsen ook geen melding voor het toepassen van mijnsteen of vermengde mijnsteen nodig is. Ook is geen milieuverklaring bodemkwaliteit nodig om de kwaliteit van de terug te plaatsen grond of baggerspecie aan te tonen. Dit volgt uit lid 2 van artikel 3.48r van het Bal.
Voldoet een situatie niet aan de criteria voor het tijdelijk uitnemen? Dan is er geen sprake van terugplaatsen maar van een toepassing. En dan gelden de regels voor de milieubelastende activiteit toepassen van mijnsteen of vermengde mijnsteen uiteraard wel.
Hieronder zijn de verschillende criteria uit de definitie van tijdelijk uitnemen toegelicht.
De betekenis van 'bewerken' is het uitvoeren van fysische of chemische handelingen met een (grond)stof, halffabricaat of product om de eigenschappen of samenstelling daarvan te veranderen. Door een bewerking kunnen ook de fysische of chemische eigenschappen van de grond of baggerspecie wijzigen. Het terugbrengen na het bewerken mag daarom niet onder de regels van tijdelijk uitnemen plaatsvinden. Het terugbrengen van de bewerkte mijnsteen of vermengde mijnsteen is een nieuwe toepassing. Hiervoor geldt de meld- en informatieplicht en is ook een milieuverklaring bodemkwaliteit voor de toe te passen partij mijnsteen of vermengde mijnsteen nodig.
Natuurlijke (niet-gestimuleerde) processen of omstandigheden vallen niet onder het begrip bewerken als het om het tijdelijk uitnemen gaat. Voorbeelden hiervan zijn: verdamping, microbiële afbraak, natuurlijke oxidatie en reductie.
Bij het tijdelijk uitnemen en weer terugplaatsen in de bodem is het uitgangspunt dat het terugplaatsen niet mag leiden tot (extra) aantasting van de bodem. Daarom is de voorwaarde dat het terugplaatsen 'onder dezelfde omstandigheden' moet plaatsvinden. Van belang is dat de samenstelling van en emissie (uitloging) uit de bodem niet wijzigt. Beïnvloeding van de emissie kan plaatsvinden bij wisseling van zuurstofrijke naar zuurstofarme omstandigheden.
Bepalend voor het criterium 'dezelfde omstandigheden' zijn:
het niveau van de bodemlaag
de grondwaterstand (boven of beneden de grondwaterstand)
de mate van afscherming door een bovenliggende niet of minder doorlatende laag
Bij een oppervlaktewaterlichaam heeft een waterbodem die (permanent) onder het oppervlaktewater ligt een andere omstandigheid dan een waterbodem die het grootste deel van de tijd droog ligt (bijvoorbeeld de oever of uiterwaarden).
Er is geen sprake van terugplaatsen onder dezelfde omstandigheden als bijvoorbeeld mijnsteen of vermengde mijnsteen van boven de grondwaterspiegel wordt teruggeplaatst naar onder de grondwaterspiegel en vice versa. Of als mijnsteen of vermengde mijnsteen afkomstig uit de kern van een weglichaam of geluidswal wordt teruggeplaatst als afdeklaag of berm bij het weglichaam of de geluidswal (onderlaag wordt toplaag of toplaag wordt onderlaag).
Na het tijdelijk uitnemen moet de mijnsteen of vermengde mijnsteen weer teruggebracht worden in de bodem. De bedoeling hiervan is dat het terugbrengen plaatsvindt in de directe omgeving van de plek waar het is vrijgekomen. Hiervoor is geen 'harde' afstandsgrens in de regelgeving opgenomen. Wat mogelijk is, verschilt per situatie. Wel blijft altijd van belang dat het moet gaan om het terugbrengen onder dezelfde omstandigheden en in dezelfde toepassing. Bij twijfel is het advies om af te stemmen met het bevoegd gezag.