De laatste 20 jaar is de kwaliteit van het water in sloten, plassen en ander oppervlaktewater sterk vooruit gegaan. Maar de verbetering is niet groot genoeg om de doelen die Europa stelt voor 2027, te halen. Daarom neemt Waterschap Rivierenland de komende jaren extra maatregelen voor schoon water.
“Ook met de extra maatregelen gaan we de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) niet halen”, vertelt bestuurder Esther Groenenberg. “Dat beseffen we. Maar we moeten doen wat we kunnen. Én we hebben anderen nodig om zo dicht mogelijk bij de doelen voor schoon water te komen. Niet alleen omdat Europa dat wil. Het gaat om onze eigen leefomgeving.”
Sinds 2009 heeft het waterschap hard gewerkt aan verbetering van de waterkwaliteit. Bijvoorbeeld met de aanleg van vispassages, verbetering van de afvalwaterzuiveringen, baggerwerk en vergunningenbeleid. Dat heeft geleid tot een sterke verbetering van de waterkwaliteit.
Ondanks de verbeteringen blijft de waterkwaliteit achter bij de KRW-doelen. Vooral op het gebied van chemische stoffen en meststoffen zien we nog grote uitdagingen. Naast de genoemde maatregelen is extra inzet nodig om zo dicht mogelijk bij de KRW-doelen te komen. Het bestuur van Waterschap Rivierenland maakt daarvoor nu geld vrij. Dit zetten we bijvoorbeeld in voor de bestrijding van rivierkreeften, extra metingen van de waterkwaliteit en toetsing van onze vergunningen aan de KRW-eisen.
Ook gaan we in gesprek met partners over de stappen die zij moeten zetten. We hebben elkaar nodig om de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren. Want schoon water is van levensbelang, voor onszelf en onze leefomgeving.