De resultaten over het onderzoek Wonen in Amsterdam van 2021 zijn nu binnen. In twee jaar tijd zijn zo’n tienduizend huizen van de koopmarkt naar het particuliere huursegment verschoven. Het aantal koopwoningen is hierdoor sterk afgenomen, terwijl het aantal particuliere huurwoningen met bijna 12.000 is gestegen naar 137.400. Het aantal sociale huurwoningen van corporaties is gelijk gebleven. Er zijn meer mensen op een sociale woning aangewezen dan er huizen zijn.
Uit het onderzoek blijkt dat de krapte op de woningmarkt vooral mensen met een laag of een middeninkomen treft. Instrumenten als de landelijke opkoopbescherming en de afschaffing van de verhuurdersheffing moeten woningzoekers meer kans geven op een woning.
De trend dat beleggers huizen kopen om ze duur te verhuren, of dat woningeigenaren hun woning aanhouden en voor een hoge prijs verhuren nadat ze zelf verhuisd zijn, is de afgelopen twee jaar doorgegaan. Nieuwe huurders die in deze vrijesectorwoningen van particuliere verhuurders terechtkomen, betalen gemiddeld 1466 euro per maand. Doordat er steeds minder woningen als koopwoning op de markt komen en de prijzen in de vrije sector blijven stijgen, komen steeds meer mensen in dure huurwoningen terecht terwijl ze daar het inkomen niet voor hebben. De landelijke opkoopbescherming die binnenkort in de stad van kracht gaat moet het opkopen van woningen voor de verhuur tegengaan. Hierdoor krijgen starters en middeninkomens betere kansen op de woningmarkt.
Het aantal sociale corporatiewoningen is de afgelopen twee jaar ongeveer gelijk gebleven. Dat gaat de goede kant op en we blijven ons ervoor inzetten om het aandeel sociale huur te laten groeien. De afschaffing van de verhuurderheffing geeft corporaties de komende jaren de mogelijkheid om meer sociale corporatiewoningen te bouwen. De Amsterdamse corporaties willen naast sociale huurwoningen ook graag de ontwikkeling van middeldure huurwoningen oppakken.
Het aantal sociale huurwoningen van particuliere verhuurders nam met 7.500 woningen sterk af. Veel van deze woningen verdwijnen naar het dure huursegment. Dit komt onder meer doordat de huizenprijzen stijgen en de eigenaren de waarde van de woning (WOZ-waarde) mee mogen nemen in de puntentelling. Daardoor is het aantal punten van veel woningen flink gestegen - en daarmee de huur, die gebaseerd is op de puntentelling. Hierdoor is het aantal woningen dat passend is bij een laag inkomen kleiner geworden. Het aandeel huishouden met een laag inkomen is de afgelopen twee jaar licht gestegen. Huurders zonder huurtoeslag betalen nu gemiddeld meer dan 31% van hun inkomen aan huur.
In Amsterdam wordt bijna twee derde van de particuliere huurwoningen in de vrije sector verhuurd. Driekwart daarvan is dure huur en een kwart bestaat uit middeldure huur. In twee jaar tijd zijn er 4.500 middeldure huurwoningen bijgekomen. Maar doordat het aanbod betaalbare koopwoningen tot € 314.000, passend bij een middeninkomen, is geslonken met 12.000 woningen nam het totale woningaanbod voor mensen met een middeninkomen af.
Het onderzoek Wonen in Amsterdam is voor de 14de keer uitgevoerd door OIS Amsterdam in opdracht van de gemeente Amsterdam en de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. Het gaat om een onderzoek onder alle inwoners van Amsterdam en brengt de inkomensgroepen en woningmarktsegmenten in kaart. WiA maakt deel uit van het bredere onderzoek Wonen in de Metropoolregio Amsterdam (WiMRA).
