Natuurorganisaties spreken hun zorgen uit over het nieuwe mestbeleid van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Dat zal er toe leiden dat ons water in 2027 niet schoon is en voldoet aan de Europese (water)doelen. Alleen een grootschalige, duurzame transitie van de landbouw kan daarvoor zorgen. Dit schrijven Vogelbescherming Nederland, Natuurmonumenten, LandschappenNL en de Natuur en Milieufederaties in hun reactie op het voorgestelde 7e ‘Actieprogramma Nitraatrichtlijn’. Schoon water is essentieel voor onze natuur en biodiversiteit.
Het doel van het voorgestelde mestbeleid is om de waterkwaliteit te verbeteren. Het wil voorkomen dat de meststof nitraat in het oppervlakte- en grondwater terechtkomt. De natuurorganisaties steunen de verhoogde ambitie en de voorgestelde verplichte maatregelen in het Actieprogramma, maar geven aan dat alleen met een snelle omschakeling van intensieve naar extensieve landbouw de Europese waterdoelen op tijd gehaald kunnen worden.
Teo Wams, directeur Natuurmonumenten: “Tien jaar lang is geprobeerd met vrijwillige maatregelen ons water schoner te krijgen. Dat is niet gelukt. Op Europese kaarten kleurt Nederland rood vanwege de slechte waterkwaliteit. Nederland scoorde in 2019 zelfs het slechtste van alle Europese landen. Slechts 1 procent van al onze Nederlandse wateren krijgt de status ‘goed’. Dat is dramatisch voor onze kwetsbare natuur. Een overschot aan meststoffen zorgt voor te voedselrijk water waardoor kwetsbare planten en dieren doodgaan.”
Ook zijn verplichte bufferstroken langs water een voorwaarde om te zorgen dat er minder vervuilende stoffen in het water komen. Daarnaast pleiten de organisaties voor meer samenhang met ander beleid. Maatregelen die stikstof tegengaan, natuurontwikkeling bevorderen en water de ruimte geven dragen namelijk óók bij aan schoner water. De natuurorganisaties willen verder meer controle op mestfraude, onder andere door het fijnmaziger meten van concentraties nitraat in sloten.
Met het nieuwe Actieprogramma wil het ministerie van LNV aan de Europese Commissie weer toestemming vragen om meer mest in onze bodem te brengen. Dat is de zogenoemde derogatie. Het is zeer de vraag of die derogatie nogmaals verleend gaat worden. Vanuit de EU komen kritische geluiden over de Nederlandse waterkwaliteit en het gebrek aan vooruitgang om daar wat aan te doen. De eurocommissaris van Milieu heeft al aangegeven dat de maatregelen die het ministerie in het Actieprogramma voorstelt, geen blijk geven van de ernst van het Nederlandse waterprobleem.
De natuurorganisaties stellen verder dat het volledig behouden van de derogatie leidt tot minder economische prikkels om de landbouw te extensiveren. Het staat daarmee herstel van de natuur en biodiversiteit in de weg. Minder derogatie mag echter niet leiden tot meer gebruik van kunstmest, want dit is óók schadelijk voor het water. Alleen een algehele vermindering van het gebruik van meststoffen kan de druk op de waterkwaliteit verminderen.
Hoge mestgift op landbouwpercelen zorgt ervoor dat door uitspoeling het grond- en het oppervlaktewater veel te voedselrijk wordt. En dat leidt ertoe dat zowel watervegetaties als de populaties van insecten en amfibieën verarmen in omvang en variatie. Hierdoor komen bijvoorbeeld kwetsbare moerasvogels als grote karekiet en zwarte stern in de problemen, zelfs in natuurgebieden. De hoge mestgift zorgt op de percelen zelf voor onder andere een eenzijdig, kruiden- en insectenarm grasland en verarming van de bodemfauna, met bijvoorbeeld maar één soort regenworm. Het is een van de belangrijkste oorzaken voor de achteruitgang van weidevogels, zoals de grutto.